dinsdag 15 september 2020

Nazomer in de Vogezen - een dagje uitzieken

 << vorige dag

Ik had de nacht doorgebracht in de Abri Saint Jacques de Gérardmer. Veel fut had ik nog niet in m'n lijf, dus besloot ik het rustig aan te doen. Ik kom reeds achttien jaar in Gérardmer, maar had het stadje nog nooit echt bezocht, de supermarkt buiten beschouwing gelaten. Op de weg naar de parking waar m'n wagen stond, ging ik voor de zekerheid nog eens de bosjes in. De darmen waren duidelijk nog niet op orde.

Zoals gewoonlijk op 1000 meter hoogte deed de koelvloeistof-sensor van m'n wagen raar, eens goed gas geven en het lampje ging uit. Ik reed de steile weg naar beneden en zocht parkeerplaats in het centrum. Mijn eerste doel was de toeristische dienst. Vriendelijke mensen, mijn Frans was wat los gekomen door de gesprekken met Francis, en ik vroeg of ze toevallig niet wisten wie de eigenaar is van de Abri Saint Jacques. Vreemd genoeg wist men daar niet eens van het bestaan van de hut, die nochtans langs een langlaufroute gelegen is. Ik nam een gratis stadsplannetje mee en ging het stadje verkennen. Veel speciaals valt daar eigenlijk niet te zien. Er zijn wat winkels en horeca te vinden in en rond de Rue François Mitterrand, maar echte bezienswaardigheden zijn er niet. Bijna iedere straat is daar genoemd naar een generaal, president, verzetsstrijder of nationale held, en dat in een streek die 7 keer tussen Frans en Duits wisselde ... Nationalisme komt in vele geuren en kleuren en erg verzoenend komt het me toch niet over. Francis zei me ook dat het gevoelig ligt om over het soms vreemde dialect te beginnen of een opmerking te maken over de Duitse plaatsnamen.

In Gérardmer bleek er een grote doe-het-zelf zaak te zijn: Mr Bricolage. Aangezien de deur van de hut niet meer goed te sluiten viel, ging ik daar binnen om planken en schroeven te kopen. Terwijl ik in de winkel was, kocht ik ook nog kettingzaagolie, een bezem, stoffer en blik. 

Kort na de middag was ik terug in de hut en begon ik met het aanpassen en verstevigen van de deur. Ik zorgde ook voor een eenvoudig sluitmechanisme, want dat was er al jaren niet meer. Of beter: het eindje parakoord dat daarvoor diende was totaal versleten en had ik de dag ervoor kapot getrokken.



's Avonds probeerde ik de eerste keer de open haard (de oudste gemetste) sedert dat ik herstelwerken aan de schouw uitgevoerd had. Dat bleek een slecht plan, het ding trekt echt niet. Ik had nochtans lang genoeg gewacht zodat de schouw kon opwarmen en van alles geprobeerd met de metaalplaten die in de hut rondslingeren. Ik was bovendien het rommelhout aan het stoken dat anderen verzameld hadden, niet het kwalitatieve brandhout dat ik normaal zelf uit het bos haal. Het loont echt de moeite om een dode boom te vellen, die te verzagen en klieven, en dat op het vuur te gooien. Ronde takken geven altijd meer rook dan gekliefd hout. 


Ik wou van het resterende daglicht nog wat genieten en verkende het bos rond de hut. Het was me al lang en veel opgevallen dat er een vaag stapelmuurtje door het bos liep, en ik besloot dat te volgen. Al redelijk snel merkte ik dat het muurtje bleek samen te vallen met de gemeentegrens, en misschien niet (enkel) met een perceelsgrens zoals ik al jaren dacht. De hut ligt, ondanks z'n naam, niet in Gérardmer, maar in Xonrupt-Longemer.


Terug aan de hut gekomen stookte ik het vuur op en maakte m'n avondmaal klaar: rijst met een blik witte bonen in tomatensaus. Ik was m'n bestek vergeten in de wagen dus sneed ik een primitieve lepel uit een stuk hout.



Toen het donker werd zat ik nog een tijdje buiten van de sterrenhemel te genieten. In het grasveld naast de hut had ik eerder enkele boomstammen zien liggen die daar maar lagen te liggen. Ze lagen er zeker al van voor de zomer, en drogen doen ze zeker niet als ze in lang gras liggen. Ik besloot van de duisternis gebruik te maken om mijn kettingzaag uit de wagen te halen en de volgende dag de stammen te verzagen. Daarna ging ik slapen.

Aangezien één van de 2 zitbanken verdwenen is, kon ik niet beneden slapen, dus moest ik weer op de mezzanine slapen. Ik had de haard laten uitdoven, dus viel het daar wel mee van de rook.

De volgende dag

Ik at de rest van de bonen en rijst als ontbijt, en ging aan de slag om de stammen te verzagen. De stammen waren loodzwaar door het vocht, en m'n kettingzaag viel steeds stil als ik geen gas gaf, de carburator stond afgesteld voor zeeniveau. Ik wisselde het zaagwerk af met het naar binnen dragen van de stukken hout. Het zal nog zeker een jaar duren voor het hout droog is, zeker omdat het hout nog niet gekliefd is en het binnen ligt. De derde stam liet ik ongemoeid, aangezien er reeds een hele stapel hout binnen lag en ik de hut niet te vol wou leggen.


Toen ik klaar was met hout zagen, ruimde ik de hut op en veegde grondig. Dat was is jaren niet gebeurd bij gebrek aan fatsoenlijke bezem. Ik liet mijn slaapgerief op de zolder liggen, en gooide ook de ladder op zolder. De rest van mijn gerief stopte ik in de rugzak en met de kettingzaag in de hand liep ik terug naar mijn wagen. Ik daalde opnieuw af naar Gérardmer en ging naar de doe-het-zelf zaak om nog 2 extra planken. Vlakbij is er een Intermarché supermarkt, waar ik nog nooit geweest was. Ik ging daar binnen om wat voorraad in te slaan en het assortiment bieren te bekijken. Het aanbod van "internationale" bieren in supermarkten is buiten België gewoonlijk uitgebreider.

heerlijk biertje: Brooklyn Brewery - The Stonewall Inn IPA

Terug aan de hut bleek mijn gerief gelukkig onaangeroerd. Ik werkte verder aan de deur tot alle planken opgebruikt waren. Het nieuwe blanke hout bleek perfect om op te schrijven, en ik vermelde er informatie zoals de frequentie van de lokale radio, het nummer van de hulpdiensten en de omschrijving in het Frans van de plek. Daarna proefde ik een biertje dat ik in de supermarkt kocht en begon een wandeling uit te stippelen voor de volgende dag. Ik besloot een stuk van de GR5 te wandelen over de hoogste top van de Vogezen: de Grand Ballon (1424 m). Het was iets frisser dan de vorige dagen, dus maakte ik het vuur aan in de kachel en bereide m'n avondmaal. Ook de kachel rookte meer dan ik gewend was door het minderwaardige brandhout dat ik stookte. 

de vloer is geveegd en glanst zelfs!

Nadat ik gegeten had, las ik verder in het boek waar ik in het voorjaar in begonnen was, De man en het hout van Lars Mytting, en las het uit. Een echte aanrader voor iedereen die hout stookt! Ik kroop vroeg onder de veren, deze keer ging er wel wat rook op de mezzanine, maar dat minderde snel naarmate de kachel doofde. 

>> volgende dag

Geen opmerkingen:

Een reactie posten