zondag 4 november 2018

Hoge Venen 3 & 4 november 2018

Dag 1 (of beter: nacht 1)

Vrijdagavond, laat genoeg om niet meer in de file te staan op de Brusselse ring, vertrok ik richting Hoge Venen, om zo de volgende morgen een vroege start te kunnen maken. Ik kampeerde in mijn mini-camper op de parking aan Naturzentrums Haus Ternell. De nacht was fris, met temperaturen net onder het vriespunt, maar onder mijn dikke donsdeken heb ik daar niets van gemerkt. Mijn nachtrust werd enkel onderbroken door een auto die uren, of zo leek het toch, met draaiende motor op de parking kwam staan. De achterbank werd wellicht grondig onderzocht op gaten en uitsteeksels.

Dag 2

Iets na 7 werd ik wakker met het eerste licht. Ik besloot niet te talmen, kroop in m'n kleren en begon aan het ontbijt. Een paar sneden brood en een half bolletje geitenkaas gingen vlot naar binnen. Ik controleerde of mijn uitrusting volledig was, kreeg nog wat snoepgoed toegestopt van een Duitser die uitgerust leek om een week in het bos te overleven en dronk m'n oploskoffie op.
Ondertussen stond de zon boven de horizon en ik vertrok in zuidoostelijke richting naar Alt-Hattlich.

Eerste dag: ongeveer 25 km
Tweede dag: ongeveer 5 km


Het gemarkeerde wandelpad van Ternell naar Alt-Hattlich bleek een asfaltweg door het bos te zijn.

Overal waren de bermen omgewoeld door everzwijnen op zoek naar eetbare paddenstoelen, deze lieten ze staan.

 Aan de horizon Geitzbusch, het grootste deelgebied van de Hoge Venen.

Van Alt-Hattlich ging ik in noord-oostelijke richting naar Im Platten Venn, het eerst stuk hoogveen op m'n tocht.


Ten noorden van de Monschauer Strasse strekt het gebied zich verder uit.




Deze poel was bedekt met een laag ijs van een centimeter of 2.

 De inspanningen om het hoogveen weer natter te maken en zo het pijpenstrootje terug te dringen en de typische heidevegetatie terug te brengen, lonen.


 Op verschillende plaatsen zijn er duidelijke sporen van bevers te zien.

 Van Brackvenn - Nahtsief trok ik verder noordwaarts naar Allgemeines Venn en Imgenbrorcher Venn. Dit gebied heeft meer variatie en je komt er minder mensen tegen dan op het deel Hoge Venen dat makkelijk bereikbaar is vanaf de parkings van de Baraque Michel en Mont Rigi.

 



 Op heel veel plaatsen kom je deze borden tegen, maar nu de dagen korter worden en de temperaturen 's nachts tot onder het vriespunt zakken, lijken een topografische kaart en kompas me essentiële stukken uitrusting voor wie het lot niet wil tarten.



Ondanks een goed gevulde rugzak, kwam ik toch goed vooruit en besloot een ommetje te maken over de grens. Als bierliefhebber hoopte ik in Roetgen een lokale specialiteit te kunnen drinken, maar dat viel enigszins tegen. De beste keuze aan gekoeld bier bleek een tankstation-shop te zijn. Door Roetgen loopt ook de Vennbahn, een voormalige spoorlijn die een langgerekte Belgische enclave in Duitsland vormt, en nu als fietspad aangelegd is.

Via het Schwerzfeld zette ik weer koers richting Belgien. 

Onderaan deze gigantische hoogzitter dronk ik m'n Eifeler Landbier op, beter dan Duitse pils in ieder geval, en genoot van de ondergaande zon.

 Van Schengen heeft men hier blijkbaar nog niet gehoord, de grens bleek gesloten.

 Het nieuws van de bankencrisis heeft ook nog niet alle uithoeken van het land bereikt. Of was het daarom niet dat ik de foto maakte?


De ondergaande zon zorgde voor een gouden gloed tussen de bomen, op foto maar matig te zien, maar in werkelijkheid was het een prachtig zicht. 

Ik trok verder zuidwaarts naar het Elsenbruch bos, wat ik aan de hand van de kaart had uitgekozen als mogelijk geschikte plek voor een bivak. 

Geleerd uit vorige ervaringen ging ik onmiddellijk op zoek naar staand dood hout, het enige hout dat droog genoeg is om op aangename manier vuur mee te maken. Al snel werd duidelijk dat dit bijna totaal afwezig was in het bosperceel waar ik me bevond en het werd snel donker. Gelukkig vond ik enkele dode dennenboompjes, en alhoewel niet mijn voorkeursbrandstof omwille van het hars, ging ik hiermee aan de slag om vuur te maken. In de loop van de dag had ik berkenbast verzameld van een dode stam om te gebruiken als vuurstarter. Ik ontrolde m'n slaapmatje zodat ik droog kon zitten en begon met stapeltjes fijne takjes, potlooddikke takjes, vingerdikke takjes, ... enzoverder klaar te maken voor het vuur. Zonder enige moeite kreeg ik het vuur aan, dat is al anders geweest, maar een mens leert bij uit ervaring, van vrienden en door YouTuber Joe Robinet.
Van thuis had ik broccoli, look, ui, patrijsfilet en een flesje rode wijn mee genomen. Onderweg plukte ik enkele oranje berkenboleten en oesterzwam, helaas was ik niet zeker genoeg om ook chanterelles te oogsten, en een gigantische gewone berkenboleet heb ik pas thuis met zekerheid gedetermineerd en bereid. Zonder internet en paddenstoelengids kan je maar beter het zekere voor het onzekere nemen. Van de broccoli en paddenstoelen maakte ik een veel te grote papilotte die ik niet gaar kreeg op mijn klein kampvuurtje, waarna ik een deel dan maar gestoofd heb ik m'n canteencup. De patrijsfilet ging op de grill, een lichtgewicht roostertje van een opvouwbare barbecue. De wijn, een haut-médoc van Château Plantey-de-la-Croix smaakte verrukkelijk bij het eten.

In tussentijd besloot ik ook m'n tarp op te zetten, er was geen regen voorspeld, maar je weet nooit, en zo kon ik ook iets meer uit de wind zitten en slapen. Bij gebrek aan boek, mobiel internet of wat dan ook om me bezig te houden, kroop ik al rond 9 uur in m'n slaapzak, in de hoop redelijk snel in slaap te vallen. Dankzij de korte en onderbroken nachtrust de nacht ervoor bleek dit geen probleem.
Mijn slaap werd nog verstoord door een vreemdsoortig geblaf, wat ik al eerder 's nachts in een bos gehoord had en waarvan ik nog steeds niet weet welk dier er voor verantwoordelijk is. (Ondertussen weet ik dat reeën dit geluid maken.) Nog wat later werd ik nog eens wakker, badend in het zweet en onzeker of ik dan toch een verkeerde paddenstoel gegeten had of dat de temperatuur plots gestegen was. Opzoekingswerk achteraf in de paddenstoelengids en de temperatuurregistratie van die nacht wees het laatste uit. Het is nog een beetje zoeken hoeveel kleren ik best aan houd in m'n donsslaapzak met comforttemperatuur -9°C. Die nacht is het van -3°C naar + 2°C gegaan.

Dag 3

 Mijn bivak-opstelling: 3x3 DD-Hammocks tarp met 2 telescopische wandelstokken. De wandelstokken had ik beter thuis gelaten voor een gebied met weinig hoogteverschil zoals de Hoge Venen, de tarp had ik ook kunnen opzetten met takken of met een touw opgespannen tussen 2 bomen.

 's Morgens geen kampvuur meer gemaakt maar een snel vuurtje in m'n hobo-stove voor koffie en lauwe muesli. De vuurplek was 's avonds grondiger vrij gemaakt van droog en brandbaar materiaal dan het lijkt op deze foto.

 Vanuit het Elsenbruch bos ging ik via Reinartzhof (een gehucht dat de (sneeuw)storm van 1953 niet overleefde, zie link) zuidwaarts naar het Kutenhart veengebied. Ook dit gebied is erg uitgestrekt en veel minder bezocht dan de venen aan de Baraque Michel.








 Verschillende rode wouwen cirkelden in de lucht boven Kutenhart

 Vanaf Kutenhart in zuidwestelijke richting door de Getzbach vallei.

 De Getzbach.

Na een steile klim en heel wat wandelaars die van de parking van Ternell in tegenovergestelde richting het het bos in trokken, kwam ik weer aan m'n wagen. Ik at de rest van m'n brood en kaas op en reed richting Eupen om eindelijk weer 4G ontvangst te hebben.

Op een sociale netwerk site had ik iets gelezen over een nieuwe brouwerij in de buurt en wou op onderzoek. Het bleek te gaan om Belgium Peak Beer SA, gevestigd in Sourbrodt. De brouwerij is splinternieuw en men blijkt het commercieel inzicht te hebben om er onmiddellijk ook een gelagzaal aan te koppelen, welke erg in trek lijkt bij de dagjesmensen. Hun winterbier bleek een goede keuze.

Bevrijd van de zware rugzak en met nog voldoende uren daglicht besloot ik om nog een ommetje te maken rond Mont Rigi. Ik vertrok aan de Baraque Michel in oostelijke richting, het grootste deelgebied van de Hoge Venen in. Al snel koos ik een kleiner zijpad om zo de grootste drukte te mijden.

Afstand: ongeveer 15 km.









 Eén van de vele grenspalen tussen België en het voormalige Pruisische rijk.



 Het pad loopt verder in oostelijke richting langs de Helle.



 Hier begon ik te beseffen dat ik een afslag naar rechts gemist had, en dus een veel grotere tour aan het maken was.



 Aan de horizon de verkoolde stammen van het Geitzbusch, afgebrand in 2011. De verkoolde stammen kunnen decennia blijven staan, het hout wordt veel minder aangetast door insecten en schimmels.

 In de buurt van Kaltenborn. Was het de ondergaande zon, de afstand terug naar de parkings of het zichtbaar in m'n borstzakje dragen van de wandelkaart dat er voor zorgde dat wel minstens 15 mensen me vroegen of ik hen kon zeggen waar ze waren? Nogmaals, dit is niet het gebied om na zonsondergang, zonder kaart en kompas en zonder gsm-bereik in te verdwalen.

 Dit is de Ruhr, de rookpluimen van de industrie in het Roerdal zijn vanaf de hoogvlakte hier en daar zichtbaar aan de horizon.

 Laatste zicht op de "grote" Hoge Venen, van daar stak ik over richting Fagne de la Polleur.

 Lage zon boven de Fagne de la Polleur, een klein gebied, maar daarom niet minder mooi.

Vanaf Fagne de la Polleur was het nog een kort stukje wandelen naar de wagen.

Besluit

Het gebied ten noorden van de Monschauer Strasse is nog meer de moeite dan het meer bekende hoofdgebied van de Hoge Venen. Het was de eerste keer dat ik de Hoge Venen bezocht in dit jaargetijde en zeker de moeite waard, wellicht te prefereren boven de zomer, wanneer het er snikheet kan zijn en allerlei insecten je het leven zuur trachten te maken. In weekends met mooi weer kan het redelijk druk zijn, de foto's doen uitschijnen dat ik er alleen rond liep, maar dat was allesbehalve zo. In de kleinere gebieden en vroeg in de ochtend is het er wel een stuk kalmer. 

Gewapend met een paddenstoelengids of meer ervaring in de determinatie, had ik eigenlijk geen avondmaal moeten meenemen, de everzwijnen lijken vooral geïnteresseerd in de boletensoorten en laten de chanterelles voor wat ze zijn. Buiten de natuurgebieden is staand dood hout erg zeldzaam door het intensieve bosbeheer, dat vooral gefocust lijkt op jacht, houtopbrengst en het beperken van bosbranden. Heb ik het al vermeld? In de herfst/winter/voorjaar zijn kaart en kompas eigenlijk onmisbaar, er is GEEN gsm-bereik! 

Uitrusting

- tarp 3x3m
- slaapmatje
- slaapzak -9°C comfort
- wandelstokken
- drinkfles 1,1l met canteen-cup
- hobo stove
- grill
- 500ml kookpotje
- mini gasvuurtje
- 100g gasflesje
- leren werkhandschoenen
- waterbladder 2l
- klapzaag
- groot mes
- aansteker
- lepel
- vork
- stukje badhanddoek
- muesli met soja-proteïne als ontbijt
- oploskoffie
- enkele repen
- een halve broccoli, een ui en 2 teentjes look
- een paar vellen aluminiumfolie
- patrijsfilet
- een klein flesje rode wijn
- topografische wandelkaart
- kompas
- hoofdlampje
- fototoestel
- gsm
- power bank
- EHBO-set
- rol toiletpapier
- mini camper als basiskamp met daarin een brood, een bolletje kaas, gasvuur en gas, donsdeken en matras als enige extra gebruikte materialen voor dit weekend.

Extra kledij

- donsvest
- gaiters
- dunne handschoenen
- softshell
- buff
- 1 paar sokken