donderdag 13 februari 2020

Storm in de Vogezen: de Chalet St Hubert


Dinsdag 11/1: Op weg naar de Chalet Saint Hubert

Kort voor de middag verliet ik de Abri Saint Jacques en vertrok ik met de wagen vanuit Gérardmer naar Le Bonhomme. De wegen lagen er, ondanks de sneeuwval de voorbije nacht, zeer goed bij. In de valleien lagen de temperaturen boven het vriespunt en was er veel minder sneeuw gevallen dan 500 meter hoger op de kammen en bergtoppen.

Vorige maand had ik de omgeving van de Chalet Saint Hubert reeds verkend, ik parkeerde mijn wagen opnieuw in de vallei Faurupt, deze keer wel een kilometer dichter bij de hut. Ik vond een min of meer vlak stukje aan de kant van de weg en parkeerde daar mijn wagen, met de neus bergaf, in de richting waarin ik weer zou vertrekken. Indien het opnieuw zou sneeuwen, spaarde me dat van manoeuvres op een hellende smalle weg in de sneeuw.
De Faurupt vallei.


Ik pakte mijn rugzak voor een driedaagse trektocht, trok een regenbroek en gaiters/gamaschen aan, bond de sneeuwschoenen op de rugzak en vertrok richting de hut. Er lag niet teveel sneeuw om er makkelijk met B/C schoenen door te stappen.

Na een tijdje bergop wandelen kreeg ik het te warm en deed mijn fleecetrui af. Hoezeer fleece ook verbonden lijkt met outdoor sport, je laat het beter thuis! Ik had de trui nog aan van toen ik in de wagen zat en had ze daar ook beter gelaten. Ik schreef het vorig jaar al: fleece ademt niet goed genoeg, is slecht samendrukbaar, relatief zwaar, stinkt snel en kan je beter vervangen door een donsjasje zonder kap. Ik had m'n donsje nochtans mee, maar kledij uitdoen als je vanuit een verwarmde wagen vertrekt in de kou is contra-intuïtief.



Ik trachtte de kortste weg naar de hut te nemen, dat hield wel in dat ik de laatste tientallen meters wat zou moeten zoeken naar de hut aangezien er maar vanaf één kant een pad naar toe loopt. Op het moment dat ik de duidelijke paden verliet en een stippellijn op de kaart begon te volgen, kwam ik al snel aan een berghok. De constructie was half open, en in het met roofing bekleedde dak zaten een paar gaten. Er lag wat rommel, maar in geval de Chalet Saint Hubert volzet is, kan het eventueel als onderkomen gebruikt worden, best in combinatie met een tarp.


Ik wandelde verder bergop en kwam langs nog een ander hok, maar dat was ingestort. Even later, rond 15 uur, kwam ik aan op de top van de berg, daar hield het pad op, maar was het nog slechts een tiental meter bergaf in zuidelijke richting tot aan de hut. Alleen, ik zag de hut nog niet. Ik wandelde nog een beetje verder, zodat ik de hut zeker voorbij was, en daalde dan af om op het pad naar de hut uit te komen. Op dat pad aangekomen keek ik naar rechts, ik zag twee banken en een stenen vuurcirkel, waarvan ik wist dat ze op enkele meter van de hut staan, maar ik zag de hut niet. Ongerust kwam ik dichterbij en werd de situatie duidelijk. Twee grote sparren waren omver gewaaid en lagen op het dak van de hut en hun zijtakken onttrokken de hut aan het zicht.
Van de hut was niets meer te zien.

De Chalet Saint Hubert zoals ik het aantrof


De hut leek gelukkig amper beschadigd. De deur stond open en ook binnen zag ik geen schade, er waren wel wat spullen van een legplank gevallen, maar verder zag alles er o.k. uit. Ik deed m'n rugzak af en bekeek de situatie buiten wat beter. Er was wel wat schade aan het dak, maar dat leek mee te vallen. Binnen ruimde ik de gevallen spullen op en keek op de zolder welke schade daar aan het dak te zien was. In de hoek stak een dikke zijtak naar binnen. Aangezien er nog geen sporen van waterinsijpeling te zien waren, zullen de bomen tijdens één van de twee voorbije stormnachten neergekomen zijn.
Een zijtak heeft het dak doorboord.

Aan het werk

Ik had een opvouwbare boogzaag mee, de Agawa Canyon Boreal21, en begon de zijtakken af te zagen die bereikbaar waren vanaf de grond. Zo kon één van de twee luiken weer open en de deur weer dicht. Al bleek er toch een probleem te zijn met de deur. De deur was rechthoekig, maar het deurgat trapeziumvormig. Toen pas viel me op dat de hut behoorlijk scheef gedrukt was onder de slag en het gewicht van de omgewaaide bomen. Aangezien het geraamte van de hut aan het oog onttrokken wordt door de binnen- en buitenbekleding van de wanden, was het niet mogelijk om de staat van die structuur te controleren. Als ik er met een gerust hart wou slapen, moest er een hoop gewicht van het dak af. De zijtakken vingen veel wind en gingen vol sneeuw, wat het gewichtsprobleem nog erger maakte. Ook als ik er niet zou slapen, leek het me best om zo snel mogelijk gewicht van het dak af te halen, om het voortbestaan van de hut veilig te stellen. Ik weet namelijk niet wie de eigenaar is of hoe ik die kan contacteren, en het zou nog lang kunnen duren voor er iemand met een grote zaag langskomt. Het gaat ook niet alleen om het geschikte materiaal bij hebben, je moet het ook nog kunnen, willen en durven doen. Ik heb gelukkig ervaring met het vellen van (kromme) bomen, dakwerk en klimmen.

Ik plaatste een commentaar met foto van de situatie en de vraag om hulp met een kettingzaag op refuges.info en hoopte dat dit snel gelezen zou worden door iemand uit de omgeving die te hulp zou kunnen schieten, want met mijn opvouwzaag kon ik de stammen onmogelijk helemaal weghalen. Nadat ik alle takken afgezaagd had waar ik vanaf de grond bij kon, moest ik op het dak geraken. Via de bomen naar boven klimmen leek me te steil, maar ik slaagde er in om achterom op het dak te klimmen. Het dak is niet erg steil, en door de verse sneeuw had ik er zelfs nog meer grip op. De grootste van de twee bomen had een stam die in twee splitst. De dunste van die twee stammen stak over de zijkant van het dak, waardoor ik die makkelijk neer kon laten komen. Ik haalde wat zijtakken weg en begon die stam door te zagen. Na wat gezwoeg kon ik de stam helemaal doorzagen, maar de stam wou niet vallen. De top zat vast tussen de andere stam en een boom die nog rechtop stond. Zelfs met veel stampen ging de stam niet aan het schuiven, het gewicht en de krachten waren te groot. Daar stond ik dan, met een middendoor gezaagde boom, klaar om te vallen, vlak voor het deurgat van de hut.

Ik wou de gevaarlijke situatie snel verhelpen. Stel bijvoorbeeld dat er iemand te hulp zou komen en het eerste wat ik moet doen, is uitleggen dat ik de situatie nog erger gemaakt heb ... Ik zaagde nog meer takken van de dikste stam af en ging er schrijlings op zitten. Ik vorderde per halve meter naar boven terwijl ik onderweg alle zijtakken afzaagde. Ik liet wel steeds één forse zijtak als laatste staan als handgreep, die vooral van pas kwam als ik de naar onder gerichte zijtakken wou afzagen. Ik zorgde er voor dat ik kleine stompjes liet staan, net groot genoeg om als klimgreep te gebruiken, niet te groot om oncomfortabel te zijn om te zitten of over de stam te schuiven. Op het punt dat de dunnere stam buiten mijn reikwijdte zou beginnen liggen, zaagde ik ze nogmaals door. Het stuk stam tussen de twee zaagsnedes ging nu wel neer. De top zat nog steeds vast tussen de dikste stam en een andere boom, maar die zat op veilige afstand van begaanbare grond.
Al één stam verwijderd.

De dunnere boom die op het dak lag, kon ik zonder moeilijkheden doorzagen en het afgezaagde deel van het dak afgooien. Meer dan de helft van het volume hout was nu van het dak en door de zijtakken van de dikste stam bijna allemaal te verwijderen, was er ook al een stuk minder windbelasting of extra gewicht door sneeuw.
Zicht vanaf het dak.


Het was rond 18 uur toen ik van het dak afkwam. Ik vond droog brandhout voor de hut en begon dat te verzagen en klieven. De hut heeft een vrij nieuwe kachel, maar er passen maar heel korte houtblokken in, veel zaagwerk dus. Ik probeerde het vuur aan te steken met houtkrullen en potlooddikke houtjes, maar de kachel is erg onhandig om aan te steken en de trek zit verkeerd. De schoorsteen van de hut zit aan de westkant en de deur aan de oostkant, dat maakt dat de deur minder regen ziet en de wind en sneeuw niet ongenadig binnenkomen iedere keer als je de deur opent, maar het is verre van ideaal om een kachel aan te steken. Gelukkig lagen er aanmaakblokjes in de hut om het leven makkelijk te maken. Toen het vuur goed vertrokken was, liet ik de kachel eerst wat op temperatuur komen en trok me niets aan van de rook die rijkelijk uit de kachel kwam. Ik zette het zuidwaarts gerichte raampje op een  kier, ging naar buiten en deed de deur dicht (eigenlijk op een kier, de deur kon niet meer helemaal dicht). Na nog wat hout te zagen ging ik weer naar binnen, sloot het onderste deurtje van de kachel, gooide er nog twee houtblokken in en zette een ketel sneeuw op. De kachel was intussen op temperatuur, net als de kachelpijp, en de convectie kreeg de overhand op de wind. De rook die in de hut ging, trok snel weg.

Omdat het sluitmechanisme van de deur niet meer werkte, ik zocht een oplossing om de deur van binnenuit dicht te kunnen houden.  Bij gebrek aan beter, nam ik een eindje sisaltouw die als wasdraad gediend had, en zorgde voor een lusje aan de deur dat rond de kapstok kon.

Toen ik kokend water had, maakte ik een maaltijd uit het zakje en zette thee. Ik bekeek het huttenboek, maar handgeschreven Frans lezen, ging me niet af. Ik zocht naar een balpen, maar ik vond nergens één in de hut. Ik vulde het boek dan maar in met een potloodje dat ik mee had. Ik beschreef in het Engels hoe ik de hut aangetroffen had en er aan gedaan had.
Het huttenboek.



Sommige mensen maker er echt hun werk van.
Ik snuisterde rond in de hut en vond in de bedbak een slaapmatje en zomerslaapzak, handig voor noodgevallen. Er lagen ook kaarsen, lucifers, een Franstalig psalmenboekje, asbakken, kandelaars, beelden van engeltjes, een bijltje met losse kop (maar geen zaag), bezem, vuilblik, iemand z'n schoenen, ... Vreemd genoeg vond ik nergens een kookpot, terwijl dat toch een belangrijk item is om aan drinkbaar water te geraken. Er lag eigenlijk helemaal geen keukenmateriaal, wat ik vreemd vond voor een verder goed ingerichte hut.

Ik las verder in m'n boek, De Man En Het Hout, en zette meer thee. Door het zware werk en te weinig slaap de vorige nachten ging ik vrij vroeg slapen. Ik installeerde me op het bovenste bed van het stapelbed. Het onderste bed zou wellicht te koud zijn door de deur die op een kier bleef. Ik gooide nog wat dikkere houtblokken in het kleine kacheltje en draaide de luchttoevoer bijna helemaal dicht, in de hoop dat ik de volgende dag het vuur niet opnieuw zou moeten aansteken. Eigenlijk was het ondertussen te warm geworden in de hut, wellicht meer dan 20°C, waardoor ik toch niet onmiddellijk in slaap geraakte.


Woensdag 12/1: De tweede dag bij de hut

Ik had goed en voldoende geslapen, maar ik zag er toch even tegen op om uit de warmte van m'n slaapzak te kruipen. Ik wou echter van de goede momenten van het wisselvallige weer gebruik maken om de rest van de bomen zo veel mogelijk te verwijderen en eigenlijk wou ik ook nog iets anders doen dan werken.
Poging tot artistieke fotografie, sneeuwlandschappen geven mooi licht naar binnen.

De kachel was helaas gedoofd en het hele riedeltje begon opnieuw: kachel aansteken, raampje open, naar buiten vluchten voor de rook, ... Toen ik weer in de hut kon, maakte ik koffie en at ontbijt. M'n brood was ondertussen al wat droog en taai, maar ik had nog genoeg ander voedsel mee, ik had gepland om een driedaagse trekking te doen.

Ondertussen had ik al één van de twee droge stammetjes die bij de hut lagen, opgestookt. Ik had de vorige dag reeds een door de letterzetter aangevreten boom uitgezocht, die ik nu velde. Ik ploeterde door de sneeuw terug naar boven met een stuk stam op de schouder en verzaagde en kliefde het hout. Ik gooide voldoende hout in de kachel en klom weer op het dak.
Boom geveld voor brandhout.


De kleinste boom die op de hut lag, had ik de vorige dag reeds grotendeel weggehaald. Ik zaagde er nog een stuk van twee meter van af en gebruikte dat stuk om de grootste boom te ondersteunen op een punt tussen de wortels en waar hij op de hut lag. Ik wou daarmee voorkomen dat de boom nog dieper zou kunnen zakken, en hoopte het springplank-effect wat tegen te gaan als ik de top zou afzagen.

Ik klom opnieuw op het dak, en ging weer schrijlings op de dikste stam naar boven. Ik verwijderde nog meer takken op de weg naar boven, tot ik op het punt kwam waar ik de stam dun genoeg werd om ze zonder gesukkel te kunnen doorzagen. Ik klom weer naar beneden om te rusten en een middagmaal te eten.
Hoog in de boom.

De top zat er nog aan.
Na deze pauze klom in opnieuw omhoog op de stam. Ik had een stevige zijtak laten staan als handgreep, zocht waar ik exact moest zitten om m'n hoofd weg te houden van onvoorspelbare bewegingen van de afbrekende top en oefende in hoe ik me zou vastklampen rond de stam op het moment dat de top zou afbreken. Dat de stam omhoog zou zwiepen was ik zeker, ik wist alleen niet hoe hard. Toen ik me zeker genoeg voelde, begon ik de stam door te zagen. Bij het eerste krakende geluid stopte ik onmiddellijk met zagen, klaar om weg te duiken. Er gebeurde echter niets, en moest nog wat verder zagen. Toen ik het volgende gekraak hoorde, was duidelijk dat dit het ging zijn. Ik had met één hand de zijtak vast als handgreep, sloeg m'n andere arm rond de boom en ook met m'n benen omklemde ik de stam. Op het moment dat de top losbrak, kwam de stam volgens mijn inschatting 30 cm naar boven en bleef nog even op en neer wiegen. Wellicht was ik er niet afgeworpen als ik los op de stam gezeten had, want de zwiepbeweging ging relatief langzaam, maar het gaf wel een kick. Ik zaagde ook m'n handgreep-tak af en klom weer naar beneden.
Zicht op de hut van bovenaf.

De top is er af. Aan de barst in de sneeuw te zien, is de stam een stuk naar boven gekomen.


Meer kon ik met mijn zaag helaas niet doen. Er was nog geen reactie op m'n bericht op refuges.info, het was dus goed dat ik onmiddellijk begonnen was en er niet op rekende dat iemand anders de bomen spoedig ging komen weghalen. Ik plaatste een update op refuges.info waarin ik zo exact mogelijk trachtte te beschrijven wat de situatie was en wat er nog moest gebeuren.

Flash forward

Ondertussen postte een moderator het volgende bericht op refuges.info:
<< Nouvelles concernant l’état de l’abri m’ayant été fournies par le Club Vosgien :
<   L’arbre a été coupé par un bénévole.
Il reste 50 à 60 tuiles à remplacer mais il n’y a pas de risque d’entrées pluviales.  >
Je repasse donc l’abri en ouvert >>


Wat zoveel wil zeggen als:
Nieuws met betrekking tot de staat van de hut, me toegeleverd door de Club Vosgien :
" De boom is verwijderd door een vrijwilliger.
Er zijn nog 50 à 60 dakpannen te vervangen maar er is geen risico op insijpeling van regen. "
Ik verander de status van de hut dus terug naar open.

Ik heb echter sterke twijfels bij de waterdichtheid van het dak, als dakpannen én onderdak lek zijn, dan stroomt het water zo binnen, maar misschien is het onderdak reeds hersteld, ik was vrij duidelijk geweest in de beschrijving van dat probleem.

Kort uitje naar La Grande Roche


Ik was blij met het werk dat ik gedaan had, maar besloot om van de rest van het daglicht en het relatief goede weer gebruik te maken voor een klein tochtje op de sneeuwschoenen. Vlakbij staat op de kaart La Grande Roche aangegeven, een rotsachtige bergtop van 1105 meter hoog. Ik haalde een opvouwbaar rugzakje uit en stopte er mijn drinkbus, energierepen en EHBO-kit in. Ik bond m'n sneeuwschoenen om en ging op pad.

 Ik klom naar de top van La Grande Roche, en ontdekte er een ondergrondse bunker. Op de top stond de wind krachtig te blazen, dus bleef ik er maar even van het uitzicht genieten voor ik me op de bunker richtte. Er waren doodlopende tunnels, ingangen die onder water stonden, en op één plaats kon ik deels afdalen tot in een ondergrondse kamer, die helaas ook onder water stond. Uit opzoekingswerk achteraf lijkt het er op dat het om Duitse bunkers uit de Eerste Wereldoorlog zou gaan, toen de Elzas nog das Elsass was in plaats van l' Alsace.
Zicht vanaf de top van la Grande Roche

De top van la Grande Roche

Dichtgemetselde ingang van de bunker.

Ingang van een tunneltje.

De tunnel loopt dood en staat vol water.

Zicht vanaf de top van la Grande Roche

Nog een ingang naar de bunker.

De ondergelopen bunker.


Ik wandelde terug naar beneden en maakte nog even een ommetje naar le Plat, waar heel wat wandelwegen kruisen, omdat ik me afvroeg of ik sporen van andere wandelaars zou vinden. Er waren sporen van twee mensen, en ook een wagen was tot daar geraakt, maar niemand was ook maar vaagweg in de richting van de hut gegaan.


Terug aan de hut, smolt ik sneeuw en maakte m'n laatste gedroogde maaltijd klaar. In de loop van de dag had ik ontdekt dat er bergruimte is onder de zitbanken, waarin het keukenmateriaal zich bevindt. Er zijn dus toch kookpotten, zelfs luxe zoals een koffiepercolator. Er lag ook 1 gedroogde maaltijd van Globbetrotter Buitensportvoeding, bij hun maaltijden zitten alle ingrediënten apart verpakt. Ik zag dat de houdbaarheidsdatum binnenkort verstreek en dacht nog even om ze met mijn maaltijd te wisselen, maar deze zat nog dichter tegen z'n houdbaarheidsdatum aan.


De rest van de avond hield ik me bezig met nog meer stukken naar boven te dragen van de boom die ik eerder velde, ik at het meeste op wat nog in m'n rugzak zat, dronk thee en las verder in m'n boek.
Sneeuw smelten op de kachel.


De deur kan niet meer helemaal dicht.

Voor ik ging slapen gooide in nog wat grote houtblokken in de kachel, maar ik rekende er al niet meer op dat ik de volgende morgen nog gloeiende kooltjes zou hebben.

Donderdag 13/1

Opnieuw was het vuur gedoofd en voerde ik het ritueel met aanmaakblokjes, ramen en deuren uit. Ik at het restje van mijn brood op en maakte m'n laatste oploskoffie klaar. Ik zaagde en kliefde nog wat extra hout voor wie na me komt, vulde het huttenboek verder aan en pakte m'n spullen weer in m'n rugzak. Ik zette de kapblok weer binnen na eerst het ijs van de onderkant te hakken en veegde de hut.
De hut netjes achtergelaten.


Terug naar de wagen

Op sneeuwschoenen vertrok ik in westelijke richting, met de bedoeling dezelfde weg te nemen als twee dagen geleden. In het begin liep ik nog op een vaag pad, maar dat hield op waar de helling steiler werd. Ik wist dat ik dus niet helemaal dezelfde route nam, maar ik verwachtte vlak bij een scherpe bocht op een duidelijk pad uit te komen, waarop ik me kon oriënteren. Door de redelijke diepe sneeuw, de vele rotsblokken en dode takken op de bosbodem, slalomde ik naar beneden. Aangekomen op het breder pad, zag ik de scherpe bocht links van me, wat overeenstemde met waar ik dacht te zijn op de kaart. 
Vanaf dit punt liep ik de verkeerde richting op.

Alleen zag ik nergens een pad recht naar beneden, waar op de kaart een stippellijn-pad stond. Ik had dat pad nochtans gevolgd toen ik naar de hut wandelde. Mijn kompas bracht me ook in de war, het was al een eindje geleden dat ik het nog gebruikt had, misschien wees het niet meer het noorden aan? Ik vond echter nergens op de kaart een andere mogelijke plek waar ik me zou kunnen bevinden. Ik besloot dan maar het pad te volgen in een richting die zou uitkomen op een gemarkeerd pad. Na een tijdje stappen was ik echter nog steeds dat gemarkeerde pad niet tegen gekomen en nam ik maar een houthakkersweg die steiler naar beneden liep. 
Omgewoeld door everzwijnen.
Mijn auto stond lager, en ik zou vroeg of laat op geasfalteerde weg uit komen, vanwaar ik zicht heb op de vallei Faurupt en me beter zou kunnen oriënteren. Ik wist dat ik teveel naar rechts afweek om bij m'n wagen uit te komen, maar dan wist ik tenminste dat ik naar links zou moeten als ik op de asfaltweg kwam.

Ik bleef afdalen, dikwijls recht naar beneden door het bos als ik een lager gelegen weg zag, tot ik eindelijk op een asfaltweg kwam. Ik volgde die naar links, en dat ging bergaf, zoals zou moeten, maar toen liep de weg dood aan een huis. Ik had toen helemaal geen idee meer waar ik was, maar ik wandelde verder en zag een hoogspanningslijn boven me. Er waren echter twee mogelijke plaatsen waar ik in een klein valleitje kon zijn met een hoogspanningskabel. Ik nam mijn kompas, en die gaf een richting aan die meer neigde naar de vallei die ik minst waarschijnlijk achtte. Aangezien ik pal onder een hoogspanningslijn stond, vertrouwde ik opnieuw niet op de precisie van mijn kompas. Na nog een paar minuten wandelen kon ik plots de zon onderscheiden achter dunner wordende wolken. Het was toevallig 12:50, en dan staat de zon bijna pal in het zuiden. Ik kon me eindelijk met zekerheid exact oriënteren. Ik keek aandachtiger naar de vorm van de valleien rond me, en hoorde toen plots het geluid van een vrachtwagen die aan een vrij hoge snelheid reed. Dat kon maar op één plaats zijn, en dat was zeker niet in de Faurupt vallei, maar een kilometer meer naar het zuidoosten.

Ik wist eindelijk waar ik was, keerde een stuk terug en kwam niet veel later aan m'n wagen uit. Ik zag al van een afstandje dat er een briefje onder de ruitenwisser zat. Ofwel een boete, ofwel een briefje van een buurtbewoner om te klagen dat ik daar geparkeerd stond, dacht ik, maar het was van een Belgische wandelaarster. Ze had de topografische kaarten zien liggen op het dashboard en zag er wel iets in om samen te gaan wandelen. Ik wou echter naar huis, ik had de volgende dag afgesproken met mijn vriendin en we hadden tickets besteld voor de Jan Van Eyck tentoonstelling.

De opvouwbare boogzaag

Ik wist al even van het bestaan van de Agawa Canyon Boreal21 boogzaag via het YouTube kanaal van Joe Robinet. Na het internet nog eens goed af te speuren naar goedkopere alternatieven, want de zaag is niet goedkoop, besliste ik toch om de zaag aan te kopen. Voor het louter produceren van brandhout is dit onmiskenbaar de beste "kampeerzaag" op de markt. De enige kampeerzaag die in de buurt komt is de Gerber Freescape Camp Saw, maar deze heeft een zaagblad van maar 12"/ 30 cm en is dus eerder een takkenzaag dan een boomzaag.

Ik koos voor het drywood zaagblad, aangezien dat blad bijna nergens anders te vinden is, terwijl het all-purpose/greenwood blad ook door Sandvik en Bacho op de markt gebracht worden. Het drywood blad zaagt 20% sneller omdat het meer tanden heeft dan het all-purpose blad. De zaagbladen zijn standaard 21"/53 cm zaagbladen. De zaag weegt slechts 510 gram.



Ik kocht de zaag rechtstreeks bij de producent voor $88.95 USD, inclusief verzendingskosten. Daar kwam helaas nog eens €31.89 EUR importtaks bij.

Euro-Military.com, een Tsjechisch bedrijf, verkoopt de zaag met hun eigen hoes, maar enkel met het all-purpose blad, voor $155.00 USD.

dinsdag 11 februari 2020

Storm in de Vogezen: de Abri St Jacques

Vooraf

Een maand geleden was ik naar de Vogezen getrokken om een zelfgemaakte kachel te installeren in de Abri Saint Jacques de Gérardmer en een aantal hutten te gaan verkennen waarover nog geen info te vinden was op refuges.info. De kachel die ik plaatste, had ik niet goed kunnen aansluiten op de schoorsteen, waardoor ze onvoldoende vermogen kon produceren. Er was dus een andere oplossing nodig. (In vorige reisverslagen van jan. 2019 en jan. 2020 schreef ik reeds over het rookprobleem in de hut.) Aangezien er geen elektriciteit voorhanden is en er geen doe-het-zelf zaken in de onmiddellijke omgeving zijn, zijn de mogelijke oplossing beperkt. Ik wou ook niet veel geld aan spenderen aan een kachel of andere oplossing waar ik maar enkele dagen per jaar gebruik van maak.

Ik had vorige maand exacte maten genomen van de gemetste "kachel" in de hut en hoopte dat ik nog iets zou bedenken. En dat gebeurde, mijn rommelhok schoot me te hulp, ik had nog een stuk plaatstaal liggen van 1 bij 2 meter. Ik improviseerde een plooibank met schragen, twee U-profielen en lijmklemmen en ging aan het werk. Mijn erg beperkte ervaring met metaal plooien volstond net zodat ik wat extra rekende voor het "verlies" in de plooi en na een dik uur had ik een mantel om rond de kachel te plaatsen. Het ding was bovendien mooi haaks in alle dimensies. De omgeplooide bovenranden zette ik in de hoeken aan elkaar vast met klinknagels.

De rokerige kachel was niet het enige probleem van de hut. Eén zijmuur is in losse stapelstenen opgetrokken en daar zitten erg grote spleten tussen. Daardoor is er te veel tocht nabij de kachel, wat ook niet helpt bij het "binnenkachels" houden van de rook. Ik haalde nog twee zakken betonmix bij een doe-het-zelf zaak, in de veronderstelling dat die door de keien en het grovere zand minder last heeft van krimp dan een metsel- of voegmortel. Vorige maand had ik met hetzelfde product ook fijn werk kunnen doen.

Ter vervanging van de opgestookte ladder naar de slaapzolder had ik een stuk van een aluminium ladder gezaagd op de maximale lengte die in m'n wagen past.

De laatste week had het eindelijk nog eens gesneeuwd in de Vogezen (hun hele skiseizoen is dit jaar een ramp) en ook voor de week die kwam werd er nu en dan sneeuw voorspeld. Helaas ging het eerst dooien en ik ging maar af en toe de zon zien, maar dit was mogelijk m'n laatste kans om daar redelijke sneeuwcondities aan te treffen. Naarmate mijn gepland vertrek dichter kwam, werd ook de ernst van de voorspelde storm Ciara naar boven bijgesteld. Aan de Belgische kust werden rukwinden voorspeld tot 120 km/u, de voorspellingen voor de Vogezen gaven maar 80 km/u aan. Ik had toen moeten beseffen dat dat de weersvoorspellingen voor de valleien zijn, niet voor de kam van de Vogezen.

Zondag 9/1

De rit naar de Vogezen

Naar vaste gewoonte vertrok ik weer veel later dan gepland, deze keer om tien voor drie. De voorbije nacht (ochtend) was ik pas om kwart na vijf thuis, na een hele avond café te hebben uitgebaat. Deze keer was het dus overmacht, ik kon moeilijk zelf de klanten hun laatste Duvel in hun keelgat gieten. Ik had vooral vroeger willen vertrekken om het ergste van de storm voor te blijven. Dat lukte uiteindelijk nog redelijk, al was het verbruik van mijn wagen 10% hoger dan gewoonlijk door de krachtige zijwind.

Ik was alleen gestopt om te tanken en stond zes uur later in Gérardmer op de parking nabij de Abri Saint Jacques. Het waaide er stevig, maar niet zo erg dat ik bossen zou mijden. Ik stak al het nodige materiaal voor de nacht in m'n rugzak, deed zware werkhandschoenen aan en zocht een manier om de metaalplaat aka kachelmantel te dragen. Ik moest daarbij denken aan de "poids morals" uit Kamp Waes en stapte zonder stoppen met dat onhandige ding tot aan de hut. De slagboom die het begin van de bosweg afsluit was niet op slot, dus ik had met de wagen tot aan de hut kunnen rijden, maar ik ging er van uit dat er meer sneeuw zou liggen op het pad en ik wou zo snel mogelijk weten of ik het rookprobleem nu eindelijk opgelost had.

Aangekomen in de hut merkte ik dat er de laatste maand amper gebruik van gemaakt was. Er ging wat feestdecoratie en er lagen overal hartjes uit mylar in het rond, maar vuur was er amper gemaakt. Vreemd genoeg waren de gekliefde houtblokken die ik achtergelaten had, onaangeroerd, terwijl er wel een poging gedaan was om ronde takken met schors te stoken. Het is een populaire misvatting dat dunne takken beter branden dan blokken hout, vreemd dat Vosgiens/Vosgiennes dat ook niet weten. De mooie droge stammen die ik er een maand geleden achter gelaten had, waren ook onaangeroerd gebleven.

De oplossing?

Nu het moment van de waarheid; past de kachelmantel en is het rookprobleem daarmee van de baan? Ik plaatste de mantel rond de kachel, die bleek ergens achteraan wat te wringen, maar met een paar slagen met de achterkant van m'n bijl zat het ding op z'n plaats.
De "mantel" past mooi rond de kachel.

De kachel vorige maand.

Aanmaakhout.

Ik sneed houtkrullen en kliefde een houtblok tot aanmaakhout en stak vuur aan. De eerste 5 minuten zag ik nu en dan wat rook ontsnappen uit een overgebleven kier, maar het was duidelijk een enorme verbetering. Eens de kachel en kachelpijp op temperatuur waren, kwam er vrijwel geen rook meer uit de kachel. Het lijkt wel nog steeds belangrijk om droog hout te branden en het zo te stapelen dat het goed brandt. Hoe minder het vuur rookt, hoe minder rook er ook kan ontsnappen, en een heter vuur zorgt voor betere trek.

Tevreden met de situatie haalde ik water bij het bronnetje en maakte een gedroogde maaltijd uit een zakje klaar. Toen begon ik me te realiseren dat ik beter de wagen tot aan de hut zou rijden, de zakken mortel, metselgerei, emmers en de ladder kon uitladen en de nu overbodige zelfgebouwde kachel terug kon meenemen. Ik had wel een houten kindersleetje mee voor het zware transport, maar er lag nog geen sneeuw op het pad. Ik gooide wat extra hout op het vuur en wandelde terug naar de parking, keerde terug met de wagen en laadde in en uit wat moest. Meteen daarna ging ik m'n wagen terug op de parking zetten, de twee emmers en het metselgerei kon ik later makkelijk naar beneden dragen. Ik lette op om zo ver mogelijk van bomen te parkeren als mogelijk.
Vuur zonder rook en een nieuwe ladder.


Stormnacht in de hut

Zeer waardevol stuk kampeergerief, de Agawa Canyon Boreal21 opvouwbare zaag.
Terug in de hut verzaagde ik nog wat hout voor de nacht en volgende ochtend. Ik zette een Spicy Chai thee (geen bier deze keer, Tournée Minérale) en begon in een nieuw boek: De man en Het Hout van Lars Mytting, een aanrader! Toen m'n thee op was installeerde ik me op de zolderverdieping om te slapen, het was daar een stuk warmer dan beneden, en er ging enkel hoog onder de nok een beetje rook. Het was de eerste keer ooit dat ik boven kon slapen terwijl de kachel gebrand had.
Op de zolder slapen zonder uitgerookt te worden.

Door m'n ontregeld bioritme en de warmte geraakte ik niet makkelijk in slaap. De wind begon bovendien ook toe te nemen in kracht en de metaalplaten van het dak en de muren begonnen meer en meer lawaai te maken. Ik voelde de hut schudden en beven en bij iedere rukwind bewoog de hele hut. Na een uur of drie was ik het beu, ik kon onmogelijk slapen, en besloot om even buiten te gaan kijken waar al het lawaai vandaan kwam, er was misschien iets aan het loswaaien aan de buitenkant van de hut. Er was niets te zien, en alle metaalplaten leken nog vast te zitten. Net toen ik even in het rond keek, zag ik een grote spar als een luciferhoutje in twee breken. Op dat moment besefte ik, dat ik zou moeten wachten tot de storm voorbij is, voor ik weer door het bos kon lopen. Terug in de hut besloot ik om beneden verder te slapen, het bewegen van de hut hield me uit m'n slaap. Vreemd genoeg voelde ik nu de zitbanken waarop ik lag, trillen en daveren. Ik controleerde of ze niet tegen de wand stonden, maar dat was niet het geval, de grond, geplaveid met grote platte stenen, bewoog mee met de hut. Of was het de hele berg die bewoog in de storm?

Maandag 10/1: Voegwerken

Toen ik rond half elf wakker werd, was de storm voorbij. De temperaturen waren de hele nacht een stuk boven het vriespunt en het had ook geregend, zodat er geen sneeuw en ijs meer lag. Naast de spar die ik had zien breken, was er in de omgeving van de hut ook nog een wilg gesneuveld. Ik at brood met kaas en humus als ontbijt en ging m'n kookpotje en een emmer gaan vullen aan het bronnetje. Echt op m'n gemak was ik niet, gelukkig ligt het bronnetje maar een paar tientallen meter ver in het bos.
Een wilg overleefde de stormnacht niet.


Bij een inspectie van de buitenkant van de hut stelde ik geen schade vast. Alle metaalplaten leken nog vast te zitten, maar ik vond wel de oorzaak van het helse lawaai. Er staan twee boompjes vlakbij de hut, die bij sterke wind met hun takken over het golfplaten dak raspen. Ik haalde mijn zaag en zaagde die takken af.

Daarna begon ik met het vuile werk, ik maakte de ene na de andere emmer mortel, of beter, beton, en begon met het dichten van de speleten in de muren. De eerste zak van 25 kg verdween bijna volledig in de muur zonder veel zichtbaar resultaat. Pas bij het verwerken van de tweede zak begonnen de spleten gevuld te geraken. Uiteindelijk kon ik de meeste kieren en gaten vullen. Als ik er nog eens kom en het past, doe ik wel verder.

Na het voegwerk begon ik de stenen die ik niet gebruikt had, op te stapelen voor de open haard, en veegde al het vuil en aarde uit de hut samen. Ik vulde vijf emmers van 10 liter! Met die aarde vulde ik de open haard, zodat het vuur hoger gemaakt kan worden en de rook hopelijk beter z'n weg naar de schoorsteen zou vinden. Ik heb het niet getest, maar het ziet er in ieder geval beter uit.

Toen ik klaar was met het opruimen en schoonmaken was de dag al te ver gevorderd om aan het echte doel van m'n reis te beginnen, een trektocht vanuit de Chalet Saint Hubert. Ik ruimde de takken van de afgekraakte wilg die over het pad lag op, en wandelde naar m'n wagen.

Het leek wel lente.
 

Onderweg ruimde ik ook nog een omgewaaide spar op. Mijn wagen stond nog steeds veilig waar ik hem achtergelaten had. Ik reed naar beneden naar Gérardmer, kocht een lamsboutje en extra thee in de supermarkt en reed onmiddellijk terug, ik had de meeste van mijn spullen achtergelaten in de hut.

Teruggekomen legde ik de lamsbout op een rooster boven het vuur en begon de groenten te snijden die ik meegebracht had van thuis. Ik gebruikte een stuk hout dat ik gekliefd had als snijplank. Het duurde een stuk langer dan ik gedacht had om de lamsbout gaar te krijgen, tegen dan waren m'n groenten kapot gestoofd, dus at ik vooral van de lamsbout. Ik las verder in m'n boek en dronk thee. Een sterke pikante thee past eigenlijk nog beter bij het haardvuur dan het sterke donkere bier dat ik daarvoor gewoonlijk meeneem.
Geïmproviseerde snijplank ...


... die ook als bord kan dienen. Weinig afwas ook.
Al van in de late namiddag had ik een emmer met water op de kachel gezet, en toen dat water eindelijk begon warm te krijgen, waste ik me volledig. Daarbij stond ik op m'n zitmatje (een stuk uit een oud schuimrubber slaapmatje) om geen ijskoude voeten te krijgen. De komende dagen ging ik waarschijnlijk niet veel kans meer hebben om me te wassen of van kledij te wisselen, dus dit was de kans om me op te frissen. Toen ik me afgedroogd had, was het rond middernacht en ging ik slapen. De laatste twee nachten had ik weinig geslapen en ik had nog veel gepland de komende dagen. Deze nacht sliep ik opnieuw beneden, het weer was nog steeds onrustig en de wind leek weer in kracht toe te nemen.
Bij de kachel was het warm genoeg om me te wassen.


Dinsdag 11/1

Die nacht was het opnieuw beginnen stormen, bijna even erg als de nacht er voor, maar de temperatuur lag een stuk lager. Toen ik 's morgens wakker werd zag ik dat er sneeuw onder de deur naar binnen gewaaid was. Buiten zag de omgeving er totaal anders uit. De storm was opnieuw gaan liggen, maar er was een kleine 20 cm sneeuw gevallen.
De sneeuw was onder de deur naar binnen gewaaid.


Ik maakte het vuur weer aan met wat houtkrullen de gloeiende kooltjes van de vorige avond, zette koffie en ontbeet. Ik zorgde voor wat gekliefd hout voor wie na me komt en pakte al m'n bezittingen in m'n rugzak. Toen ik daar bijna mee klaar was, kwam er een koppel wandelaars binnen. Ze bleken Franstalig en vroegen of ik er het vuur aangestoken had. Waarschijnlijk zag ik er ook uit net als hen, op doortocht en net een kleine pauze aan het nemen, maar op dat moment vond ik het een rare vraag. Wie zou dat vuur anders gemaakt hebben? Ze namen even de tijd om hun kaart te bestuderen en een reep te kauwen, maar toen duidelijk werd dat ik ging vertrekken wouden ze precies eerst buiten zijn, alsof ze niets met dat vuur wouden te maken hebben. Ik liet het gewoon branden, ook al spatten er gensters uit, er staat niets vlakbij dat kan branden, en de volgende heeft er misschien ook nog wat aan.
Zo liet ik de hut achter.


Ik daalde af naar m'n wagen, maakte die grotendeels sneeuwvrij en vertrok naar Le Bonhomme.
Eerst sneeuw ruimen.