donderdag 17 januari 2019

3 daagse huttentocht in de Vogezen - dag 3


Ik had de nacht doorgebracht in de Chalet du Collet de l' Etang, een onbemande hut nabij La Bresse. Buiten huilde de wind en voerde ze verse sneeuw aan. Ik had geprobeerd het vuur aan te houden gedurende de nacht en toen ik 's nachts wakker werd, had ik nog wat dikke houtblokken op het vuur gelegd, maar tegen 's morgens was het vuur uit, zelfs geen gloeiende kooltjes meer om makkelijk een nieuw vuur te beginnen. De weersvoorspellingen gaven me een venster van een drie uur waarin het minder hard of niet zou sneeuwen. Ik verspilde dus geen tijd met de haard opnieuw aan te steken en haalde m'n gasbrandertje boven om koffie te maken, 's avonds had ik reeds sneeuw gesmolten op het houtvuur.
Ik had de vorige dag wat pijn gevoeld aan m'n rechter hiel en besloot om die plek eens nader te bekijken. Zo te zien had ik een blaar opgelopen en deze was reeds open gekomen, zonder dat ik er erg veel last van had. Dat moet de eerste keer zijn dat ik een blaar liep met mijn Meindl Engadin schoenen, wellicht door de combinatie met sneeuwschoenen. Ik ontsmette de wonde en kleefde een Hansaplast blaarpleister.
Ook die ochtend at ik weer de overschotten van het avondmaal met nog enkele sneetjes brood en kaas. Wederom slikte ik een ontstekingsremmer, de lichte verrekking in de liesstreek liet zich nog altijd lichtjes voelen.

Ik ruimde de hut op, veegde het zaagsel buiten en pakte mijn rugzak. Deze keer liet ik een klein voorraadje gekliefd hout achter en de rest van de boomstam die ik nog niet verzaagd had. Op de schouwmantel lag nog een bundeltje fijn aanmaakhout.

Deze keer slaagde ik er in om reeds voor tien uur op pad te gaan. Het sneeuwde nog lichtjes, maar ik had de wind min of meer in de rug zodat ik er weinig last van had.

diepe sporen in de sneeuw van een wandelaar zonder sneeuwschoenen

de bewegwijzering is over het algemeen goed en de symbolen zijn zelfs uit een reflecterend materiaal gemaakt

in de vallei ging mist en kwamen de temperaturen boven het vriespunt
Goutte de la Tenine

Omklapbaar bord om te waarschuwen voor de jacht. Jacht is noodzakelijk wegens te weinig grote roofdieren, aldus het bordje.
In de vallei kwam ik voorbij een schietstand en daar stond op de kaart een schuilhut aangegeven die nog niet op refuges.info vermeld werd. De Abri Pont des Saules is helaas niet meer dan een afdak boven een picknicktafel.
Abri Pont des Saules
Ik stak via de Pont des Saules over naar de overkant van de vallei, waarna het bergop ging tot aan de zuidflank van de Saint-Jacques de Gérardmer. Omdat de temperatuur boven het vriespunt lag, drupte de smeltende sneeuw van de takken naar beneden. Sneeuw is vooral leuk als ze bevroren blijft!
gelukkig was het pad goed aangegeven, want het was in werkelijkheid al even moeilijk te zien als de foto doet vermoeden

duidelijker dan dit was het pad nergens

echt koud was het niet

opnieuw op de brede paden

op het laatste deel van de tocht begon het opnieuw te sneeuwen
Ik bereikte rond één uur m'n wagen. Als ik niet te veel met files of andere vertragingen te maken kreeg kon ik voor acht uur thuis zijn. De weersomstandigheden onderweg wisselden zich af en ondanks de smeltende sneeuw rond Brussel raakte ik toch nog voor negen uur thuis.

Nabeschouwing

Veiligheid

Alleen onderweg zijn houdt risico's in. Sommige van de paden waar ik liep, hadden geen mens gezien in één of twee dagen, en door het verslechterende weer later in de week zou er mogelijk voor langere tijd niemand op die plekken komen. De GSM-ontvangst in de Vogezen lijkt er echter goed op vooruit gegaan en ik hield mijn vriendin op de hoogte van mijn concrete plannen en vorderingen. Ik had ook een powerbank mee zodat ik niet met een lege batterij kwam te zitten. Ik wist wat de weersomstandigheden gingen zijn en had de ervaring welke kledij daarbij van toepassing is. In de rugzak zat een extra donsjas en met dons gevoerde wanten. Naast het nodige materiaal om houtvuur te maken had ik ook een gasbrandertje en gascartouche voor wintergebruik mee en enkele gevriesdroogde maaltijden. In het ergste geval kon ik met mijn slaapzak en nood-bivakzak de kou doorstaan tot er hulp komt opdagen, zelfs al duurt dat enkele dagen. De meeste van mijn spullen zijn dan wel kaki-groen, m'n jas, donsjas en nood-bivakzak zijn opvallend oranje of rood gekleurd.

De gok wagen om een dergelijke tocht zonder sneeuwschoenen (of tourski's) te doen heeft als risico dat je bijvoorbeeld 's morgens opstaat en de sneeuw zo dik ligt dat je amper nog uit de hut weg geraakt. De hoeveelheid energie die het vergt om door diepsneeuw te stappen is enorm en vormt ook een mentale uitdaging. Verkeerde keuzes worden dan al sneller gemaakt en voor je het weet evolueert een probleem tot een catastrofe. Omdat ik het gebied al eerder in de winter bezocht had, kon ik onmiddellijk de inschatting maken dat er relatief veel sneeuw lag waardoor ik toch met sneeuwschoenen op pad ben gegaan.

De ontstekingsremmers die ik genomen heb, nam ik deels preventief, de pijn viel op zich wel mee. Ik wou echter voorkomen dat een lichte blessure evolueerde tot een probleem.
Een kleinigheid zoals een blaar, kan je voortbeweging ook zodanig bemoeilijken dat je in de problemen komt. Ik had de blaar eigenlijk moeten behandelen toen ik er de eerste tekenen van voelde. Dat de blaar me uiteindelijk weinig gehinderd heeft, is volgens mij geen toeval, maar te danken aan de kwaliteit van m'n schoeisel.

Het weer

De weersvoorspelling was correct, de temperaturen op hoogte bleven net onder het vriespunt. De sneeuw was daardoor in goede staat en enkel de laatste dag had ik in de vallei met smeltende sneeuw te maken. Gewoonlijk maak ik wandeltochten in de sneeuw bij temperaturen van -5°C of kouder en het was een verademing om eens niet met koude tenen en vingers geconfronteerd te worden.

Uitrusting

Dit moet de eerste keer geweest zijn dat ik geen overtollige uitrusting in de rugzak had. Het materiaal dat ik mee had maar niet gebruikt heb, was essentieel materiaal om veilig een noodbivak te kunnen doen en was lichtgewicht.

De fout die ik in het verleden meestal maakte, ook in de zomer, was het meenemen van een extra fleecetrui en een regenjas. Een softshell is echter wind- en waterdicht genoeg voor de meeste omstandigheden, een regenjas is dus meestal overbodig. Fleece heeft dan wel veel goede eigenschappen, het is slecht samendrukbaar, weegt beduidend meer dan dons en ademt slecht. Een donsjas is hier de betere en warmere keuze.

Deze keer had ik ook geen gps-toestel en reservebatterijen mee. Ik kan goed met kaart en kompas overweg en eventuele moeilijkheden bij navigatie zouden me in dit gebied niet snel in een gevaarlijke situatie brengen. Op mijn smartphone staan app's en gedownloade kaarten voor het geval ik toch nood zou hebben aan gps-navigatie.

Een zaag en vooral een bijl zijn zwaar en behoren niet tot de standaarduitrusting van veel trekkers, maar voor een winterse huttentocht in de Vogezen is dat gewicht goed te verantwoorden. Met een gas- of benzinebrandertje kan je wel een maaltijd bereiden en sneeuw smelten, tijdens de lange nachten in de hut wil je je kunnen verwarmen. Ik heb ter plekke een manier bedacht om met mijn klein bijltje toch grote blokken hout te klieven, die is dus geslaagd in zijn opdracht. Mijn klapzaagje, een Bahco Laplander bleek wat aan de kleine kant. Ik overweeg om volgende keer een kleine spanzaag mee te nemen.

Ik had een minimum aan vuurstarters mee, waaronder twee theelichtjes en enkele in kaarsvet gedrongen wattenschijfjes, maar die heb ik niet gebruikt omdat het eigenlijk deel was van m'n survivalkit. De volgende keer neem ik beter een rijkelijke hoeveelheid vuurstarter mee, zodat ik makkelijker vuur kan maken met hout dat niet perfect droog is en minder tijd hoef te steken in het aanmaken van een vuur. Houtkrullen, in vaseline gedoopte watten, berkenschors en dergelijk materiaal vormen weinig extra gewicht. Het blijft natuurlijk leuk en interessant om enkel met hout uit het bos een vuur aan te maken en die vaardigheid te oefenen.

De hutten

Ik had geluk dat de hutten niet volzet waren, er was zelfs helemaal niemand. In de kerstvakantie is het naar het schijnt een stuk drukker en ben je soms genoodzaakt om buiten te bivakkeren of naar een volgende hut te wandelen.

Wat op de blauwe IGN wandelkaarten wordt aangegeven als een 'abri' blijkt in de helft van de gevallen een picknicktafel onder een afdak te zijn. Het is dus noodzakelijk om vooraf informatie in te winnen uit bijvoorbeeld tochtverslagen of op refuges.info. Die website wordt onderhouden en geactualiseerd door de gebruikers en bij deze roep ik op om ze ook aan te vullen met je eigen kennis en foto's van hutten, als je die hebt.

Het uitgebreide netwerk aan onbemande hutten in de Vogezen maakt het mogelijk om in deze streek meerdaagse trekkings te doen met een hoger comfort dan met een tent en zijn bijbehorende condensproblematiek en beperkte leefruimte. Door de eenvoud van de hutten blijft het een avontuurlijke manier van reizen en is het gevoel van onderweg te zijn in de natuur nooit weg.

Tot slot

Dit mini-avontuur was de leukste 'sneeuw-reis' die ik tot nu toe maakte. Het extra comfort van in een hut slapen, de goede staat van de tweede hut, de zachte temperaturen en de juiste uitrusting maken het verschil met vorige trekkings in de sneeuw. Ik ga in de toekomst zeker nog winter-trekkings doen met een tarp-shelter, de enorme vrijheid die dat geeft qua keuze van overnachtingsplaats en het buitengevoel zijn ook heel fijn, maar een iets langere huttentocht in de Vogezen staat nu al op het wenslijstje.

Achter het bestaan van moderne sneeuwschoenen, niet die raketten uit de Suske en Wiske indianenverhalen, kwam ik via hikingadvisor.be. Deze bergsportvereniging biedt ook stages en opleidingen aan. Een uitgebreide bergsportverzekering is inbegrepen in het lidmaatschap van de Klim- en Bergsportfederatie.

woensdag 16 januari 2019

3 daagse huttentocht in de Vogezen - dag 2


Ik had vrij goed geslapen in de Abri Saint-Jacques de Gérardmer. Door de erg rokerige kachel moest ik met de deur open slapen, maar met een nachttemperatuur van -3°C en een -9°C comfort slaapzak was dat goed te doen. In de hut voelde het ook een stuk warmer aan dan buiten. Mijn rug leek echter minder tevreden, de combinatie van het zeulen met brandhout en het slapen op een houten bank was waarschijnlijk de oorzaak.
De assen in de kachel waren nog een beetje warm en ik kreeg vlot het vuur aan met enkele houtblokken die in de loop van de nacht op de kachel lagen te drogen. Ik smolt sneeuw om m'n drinkfles bij te vullen en koffie te maken.  De overschot van het avondeten vulde ik aan met wat boterhammen met kaas. Terwijl nam ik ook een ontstekingsremmer tegen de pijn in m'n rug.

Aangezien nog meer dan de helft van de boom die ik de avond ervoor omgezaagd had, in het bos lag, ben ik daar nog de helft van gaan halen en heb ik die in de hut gelegd. Het is een ongeschreven regel dat je de houtvoorraad weer aanvult bij vertrek, veel mensen lijken te denken dat dit de taak is van de bosarbeiders, maar dat is niet zo. De volgende zal dan wel over een zaag en bijl moeten beschikken als hij iets met die stam wil aanvangen, maar het is beter dan niets.

Ik ruimde de hut op, trachtte het roet wat van m'n potten te vegen met sneeuw en krantenpapier en pakte m'n rugzak in. Misschien was dat m'n laatste verblijf in deze hut, ik heb er veel goede herinneringen aan, maar er moet toch dringend wat oplapwerk gebeuren om er weer een aangename plek van te maken. (zie verslag van januari 2020: Een kachel voor de Abri Saint Jacques)
Er zit een gat in de schoorsteen, de bovenste drie elementen heb ik weer op hun plaats geduwd want die helden over tegen de dakrand. Ooit was de schoorsteen hoger, maar ook toen trok ze al heel slecht.

het pad en de weide naast de hut

de weide naast de hut
Rond een uur of elf ging ik weer op pad. Het plan voor die dag was een bezoek aan de Cabane des Champis en de Chalet du Collet de l' Etang, twee onbemande hutten die er op refuges.info alvast zeer veelbelovend uitzagen.

vroeger een belangrijk pad, nu was ik de eerste in dagen die er over liep

diepsneeuw op de zuidflank van de Saint-Jacques de Gérardmer
Na een eindje wandelen door ongerepte sneeuw kwam ik op een langlaufparcours (nordic skiing) terecht. Veel volk, schreeuwerig lelijke outfits, kinderen met een lang aangezicht achter hun ouders aan, beginners die omver vallen, ... Niet echt mijn ding, op sneeuwschoenen ben ik sneller dan beginnende langlaufers, ik kan bijna ieder pad nemen, en als ik ze af doe heb ik tenminste stevige wandelbottinen aan. Alleen in heel erg diepe of losse sneeuw zijn skies beter dan sneeuwschoenen, maar daar komen die dagjestoeristen niet. Voor 70 euro heb je al vrij degelijke sneeuwschoenen, voor een langlauf- of tourski-uitrusting moet je een veelvoud neertellen.
langlaufpiste nabij Lac de Lispach
Vlakbij het verhuur- en opleidingscentrum voor langlaufen in Lispach, stond er op de kaart een abri aangegeven. Deze plek is zelfs in de winter met de wagen te bereiken en in erg toeristisch gebied gelegen, dus had ik m'n twijfels bij de bruikbaarheid voor overnachting. Terecht.
Schuilhok met sneukel- en koffieautomaat, toilet en zelfs hulppost! Maar niet wat ik zoek.
Ik trok verder langs een skipiste, richting de Cabane des Champis.
skischool van Lispach
Ook skipistes zijn mijn ding niet: de drukte, de rommelige infrastructuur, de lelijke kleuren midden in een winters landschap, ... Het pad naar de volgende hut slalomt helaas omhoog over de piste.
Lac de Lispach
hier kruist het wandelpad de skipiste
Om problemen te vermijden sneed ik de bocht af en klom langs de zijkant van de piste naar boven. Toen ik boven kwam merkte ik dat ook het wandelpad deel was van de piste, maar het werd amper gebruikt en was breed genoeg om geen ongelukken tegen te komen. Vanuit het dal hoorde ik de stem van een Franse sportcommentator opstijgen. Blijkbaar was daar een langlaufcompetitie gestart. Onnodig om nog te zeggen hoe ik denk over die sport ...
Niet veel verder draaide de skiroute scherp naar links, terwijl ik rechtdoor ging. Eindelijk weer wat rust.
sneeuwscooter spoor
de Cabane des Champis in zicht

open vlakte (des champis betekent wellicht zoveel als "de velden")



Cabane des Champis
De Cabane de Champis is de beste onbemande hut die ik in de Vogezen al gezien heb, de hut zit terecht in de categorie van "hutten zonder tekortkomingen" op refuges.info.
wasdraden, veegborstel en blik, keukengerei, ...
zelfs wc-papier, sisalkoord, zeep, zout, peper, schuursponsjes, pannen, een pot en wat krantenpapier om de haard aan te steken

deze heeft wel een trap naar de slaapzolder

de slaapzolder
Ik was blij om een dergelijke hut aan te treffen, maar het was nog veel te vroeg om nu al halt te houden. De volgende hut op m'n route zag er ook goed uit, dus vervolgde ik m'n weg.
in het begin was het pad goed betreden

Verderop waren de sporen reeds ondergesneeuwd en door het open karakter van het bos lag de sneeuw behoorlijk dik. Zonder sneeuwschoenen of ski's geraak je hier nog moeilijk vooruit.

prachtig weer en maar net onder het vriespunt
Toen ik aan de Chalet du Collet de l' Etang kwam was het nog maar half vier, bij helder weer nog een uur volop licht. Dat lijkt vroeg om al halt te houden, maar als je nog hout wil verzamelen is dat een goed tijdstip.
de Chalet du Collet de l' Etang

de inrichting is gelijkaardig als bij de Cabane des Champis

Er is een zolderluik, maar helaas geen trap of ladder. Als het echt te vol zit kunnen er wel mensen boven slapen.
Het belangrijkste eerst: brandhout zoeken. Zoals we ondertussen gewoon zijn hebben de vorige gebruikers geen voorraad brandhout achter gelaten. Dood hout is zoveel makkelijker te vinden als het nog goed klaar is en vooral dood loofhout is in de winter moeilijk te onderscheiden van levend. Ik verstopte m'n rugzak achter de deur en ging op zoek. Vanaf het pad zag ik in de onmiddellijke omgeving van de hut eerst niets. Ik begon dan maar door het bos te lopen, maar ook daar leek geen dood hout te vinden. Op een gegeven moment zag ik dan toch een dode boom staan. Weeral naaldhout en weeral aan de dikke kant voor m'n klapzaagje, dus maakte ik een markering in de sneeuw op het pad en zocht verder, maar wel weer in de richting van de hut. Ik vond nog een dode tak, loofhout, die vast zat tussen enkele takken en nam die al mee naar de hut. Aan het gewicht te oordelen was het hout niet al te nat. Er zat niet veel anders op dan ook nu weer een behoorlijk dikke boom te gaan zagen en verslepen.
de dichtste dode boom die ik vond

hopelijk genoeg hout en droog genoeg

handig, die twee ijzeren stoelen

enkel de buitenkant van het hout is nat
Op de mooi geëgaliseerde betonvloer van deze hut wou ik de ondersteboven-kliefmethode niet gebruiken die ik in de Abri Saint-Jacques toegepast had, dus zaagde ik eerst een hakblok. Door een stuk zijtak dat ik aan de stam gelaten had, kon ik m'n hakblok ook gebruiken als enorme hamer. Dat bleek een zeer goed idee en het heeft me heel wat tijd en moeite bespaard bij het klieven van het hout.
meer heb je niet nodig

de rechtse blok gebruikte ik als hamer om de blokken met m'n klein bijltje te kunnen klieven
de kern van het hout was droog, gekliefd in verschillende maten om het vuur aan te steken


en toen was er vuur
Toen het vuur goed brandde, gebruikte ik eerst de tak loofhout die ik eerst gevonden had. Loofhout heeft minder roet, minder geur en minder gensters dan naaldhout. Ik smolt sneeuw, kookte rijst en gaarde worteltjes met een uitje en een teentje look. Omdat ik geen olie of boter mee had, ging de falafel ook mee in de kookpot. Bij de maaltijd opnieuw een ontstekingsremmer, om ellende te voorkomen en een lichte verrekking in de lies te behandelen.


Na het eten verzaagde ik het grootste deel van de boomstam, kliefde het hout en legde het te drogen naast het vuur. De donsjas ging weer aan en in m'n rugzak zaten nog een flesje Chimay Grande Reserve en een blik Amsterdam Black Rum. Bij koud weer hoort sterk bruin bier. Ondertussen begon het hard te waaien, ik ging naar buiten en sloot de luiken. Af en toe blies de haard een wolkje rook naar binnen, er ging op den duur wat rook, maar dat was niet te vergelijken met de Abri Saint-Jacques.

Ik sliep opnieuw op twee zitbanken die samen geschoven waren. Ik wou proberen om het vuur de hele nacht aan te houden en had vier grotere blokken klaar gelegd, twee om vlak voor het slapengaan op het vuur te gooien, twee om aan te vullen als ik midden in de nacht wakker zou worden. 's Nachts droomde ik over twee wolven bij de hut en iets over stormschade aan een dak. Wolvensporen in de sneeuw, al goed en wel, maar als er zo twee voor je staan ... Wel opvallend dat m'n dromen bijna alleen met de omgeving en de gebeurtenissen van de dag te maken hadden, onderdompeling in natuur en avontuur heeft z'n effect!

Wolvensporen in de sneeuw? Ja, tientallen sporen. Er kan wel eens één van een loslopende hond geweest zijn, maar veel sporen kunnen eigenlijk alleen maar van een lynx of een wolf geweest zijn.