zondag 13 september 2020

Nazomer in de Vogezen - Chalet St Hubert

Door de hele corona situatie had ik besloten mijn zomerverlof in september op te nemen. Ik hoopte zo de grote drukte te mijden op toeristische bestemmingen en toch nog voldoende lang zonlicht te hebben en de in de herfst verwachtte stijging van corona-besmettingen voor te zijn. Een bestemming lag lange tijd nog niet vast, concrete plannen maken had toch geen zin, No plan survives contact with the enemy indachtig. Naarmate mijn verlof dichterbij kwam, werden meer en meer bestemmingen rood ingekleurd en kwam België op de rode lijst te staan in verschillende landen. De Vogezen was wel nog een optie, daarheen dus.

Naar de Chalet Saint Hubert

Ik ga op reis en ik neem mee: een kettingzaag.

Mijn laatste bezoek aan de Chalet Saint Hubert was nogal een bewogen gebeurtenis. Door de lockdown en m'n job was het helaas onmogelijk om eerder terug te keren naar de hut om herstellingen aan te vatten Op refuges.info was er wel een bericht geplaatst over herstelwerken, maar ik was toch erg benieuwd naar de huidige staat van de hut. 

Deze keer vertrok ik tijdig om zo voor zonsondergang bij de hut toe te komen. Omdat ik op zondag naar de Vogezen reed, en mede door de corona-crisis, was er weinig verkeer op de weg. De laatste kilometers van de Col de Bagenelles tot aan Le Plat zijn echter de zwaarste. In het begin is de weg nog geasfalteerd maar zeer steil, verderop gaat de weg over in een grindweg. Door de aanhoudende droogte was dit een zeer stoffige bedoening, mijn excuses aan de wandelaars die ik kruiste. Ik parkeerde aan Le Plat en wandelde zonder rugzak naar de hut, het was me namelijk al een aantal keer voorgevallen dat de hut bezet was, en er is eigenlijk maar plaats voor twee (vier als je echt wil en tot dezelfde bubble behoort).

Rond half acht 's avonds kwam ik aan de hut, maar zag en hoorde al vanop een afstandje dat er helaas weeral iemand was. Ik stapte op de man af en maakte mezelf bekend als degene die de eerste reddingswerken aan de hut uitgevoerd had en vroeg of hij bezwaar maakte als ik eens rondkeek naar de huidige staat. De man bleek vriendelijk en leek behoorlijk op de hoogte van alle problemen met de hut. Ik vroeg of hij er een probleem mee had dat ik de nacht bij de hut zou doorbrengen. Ik zou buiten slapen, het was uitzonderlijk warm voor de tijd van het jaar en er werd geen neerslag voorspeld. Dat was geen probleem, dus ging ik terug naar m'n wagen om m'n rugzak te halen.



Terug aan de hut maakte ik een gevriesdroogde maaltijd klaar, en probeerde een gesprek te voeren in m'n beste Frans. De vuurplaats buiten was volledig afgedekt met stenen en ik vroeg er naar. Er bleek een vuurverbod vanwege de langdurige droogte, en de corona-crisis speelt ook mee. Ik vroeg of het huttenboek er nog lag, en bladerde terug tot het moment dat ik er laatst was. De eerste tiental pagina's bleken door dezelfde persoon ingevuld te zijn, een zekere Francis die er de lockdown doorgebracht had. Naar aanleiding van wat daarin beschreven werd, bleef het gesprek gaande. Langzaamaan raakte mijn Frans afgestoft, en ging het gesprek vlotter. Voor ik ging slapen vroeg ik nog naar de man z'n naam, dat had ik namelijk nog niet gedaan. Hij bleek ... Francis te heten! "De Francis van het huttenboek?" - "Ja :)". Nog een half uur langer zitten praten dus. Je kan slechter gezelschap treffen in een hut!


Francis bij "zijn" hut

Ik bracht de nacht buiten door in m'n slaapzak met comforttemperatuur +10°C (m'n review) in combinatie met m'n warmste liner, de Thermo Reactor Extreme en winterslaapmatje Thermarest NeoAir All Season SV. Dat bleek toch wat frisjes, daar hoog op de berg stond een frisse wind die de isolatie van de slaapzak een stuk teniet deed. De buitentijk is duidelijk niet erg winddicht.



Dag 2: kettingzagen en de foute paddenstoel

De volgende morgen ben ik terug gewandeld naar mijn wagen om m'n kettingzaag te halen. Het lijkt wellicht absurd om een kettingzaag mee te nemen op reis, maar ik had die de vorige keer zeer goed kunnen gebruiken. Op de terugweg plukte ik 2 boleten. Ik was niet helemaal zeker van de soort, maar ik wist wel dat ze zeker geen dodelijk giftige soort waren. Ik maakte omelet en bakte de boleten. De smaak was zeer goed, een beetje peperachtig, sterker van smaak dan eekhoorntjesbrood.

Francis had intussen een poging gedaan om de houtkachel aan te steken. De kachel rookt al een tijdje erg bij het aanmaken, maar eens in gang, was er geen probleem. Het probleem bleek helaas enorm verergerd. Na wat nazicht bleek het eerste stuk kachelpijp achter de kachel bijna helemaal verstopt te zijn. Daar zal dus ook iets aan gedaan moeten worden, want behalve vervelend bij het aanmaken is er ook het brandrisico door de enorme hoeveelheid roet en teer dat zich opgestapeld heeft. De hut is zo klein en makkelijk te verwarmen, dat je al snel de neiging hebt de kachel te smoren, en er wordt bijna uitsluitend slecht gedroogd sparrenhout in gestookt.



Voor de hut lag een hele hoop hout afkomstig van de bomen die in februari op de hut gevallen waren. Geen zinnig mens zou deze dikke stammen met een handzaag verzagen, dus besloot ik deze met de kettingzaag tot kliefbare stukken te zagen. Ik was helaas kettingzaagolie vergeten, en kon daardoor maar een beperkte hoeveelheid hout zagen. We kliefden samen het verzaagde hout en stapelden zo veel mogelijk binnen onder de zitbanken, zodat het kan drogen.



Er viel me daarbij een nieuw probleem op met de hut. De vloer begint te verzakken. Zo goed en zo kwaad als het ging heb ik vanaf buiten af stenen onder de vloer geschoven, maar dat is maar lapwerk, één van de dragende balken van de vloer is doorgerot. Bij het weggraven van aarde brak ik mijn nieuw opvouwbaar schopje, het goedkope soort pioniersschopje met groen geschilderde houten steel. Dat is al de derde die ik zelf breek of heb weten breken bij normaal gebruik. De gebruikte houtsoort is totaal ongeschikt voor een schopsteel. Koop dat dus nooit, het laat je steeds in de steek op het moment dat je het nodig hebt.


de vloer verzakt

Met Francis had ik het al over van alles gehad, zoals over de letterzetter kever die de sparren aantast, onmogelijke bouwvoorschriften voor boshutten, de aanhoudende droogte, absurde corona-maatregelen die hun doel voorbijschieten en ook over drinkwater. Dat laatste is een specifiek probleem bij de Chalet Saint Hubert. In februari had ik sneeuw gesmolten op de kachel, dat was geen enkele extra moeite want de kachel moest toch branden. Als er geen sneeuw ligt ben je aangewezen op bronwater. Op de kaart staat er ten noordoosten van de hut een bronnetje aangegeven, maar ik was er nog nooit geweest en vroeg me af of het na maanden droogte nog stroomde. Francis bevestigde dat hij daar water haalde, maar dat het niet zoveel voorstelde. Hij moest daar toch langs op weg naar het dorp om inkopen te doen, en ik ging een wandeling maken in de omgeving. We besloten om het eerste stuk samen af te leggen en hij me het bronnetje ging aanwijzen. Ik verzamelde mijn materiaal, Francis gooide zijn gerief op het zoldertje en we vertrokken. Onderweg stak ik mijn kettingzaag en slaapgerief in de wagen en we liepen verder naar het bronnetje. Het bevindt zich exact op de plek zoals aangegeven op de kaart en vlakbij het pad. Veel debiet zat er niet op, maar het was voldoende om het water te vertrouwen. We verfristen ons wat en klauterden weer uit het valleitje het pad op. Mijn wandelstokken kwamen daarbij goed van pas. Niet veel verder splitsten onze wegen en namen we afscheid met een au revoir en wensten elkaar het beste toe. Zeker in deze ietwat eenzame tijden is het vreemd om na zo'n deugddoende ontmoeting geen knuffel of toch minstens een hand te geven bij het afscheid.


het bronnetje

lees verder >>

Geen opmerkingen:

Een reactie posten