zondag 5 januari 2020

Vogezen dag 1 en 2: Een kachel voor de Abri St Jacques

Vooraf

Op deze blog schreef ik vorig jaar dat ik misschien nooit meer zou terugkeren naar de Abri Saint Jacques de Gérardmer, omwille van de slechte staat van de hut en de rokerige kachel en haard. Maar het spreekwoord werkt ook omgekeerd, bekend is bemind. Dat de hut op nog geen kwartier wandelen ligt van een parking die zelfs bij zware sneeuwval bereikbaar gehouden wordt, en dat er een bronnetje op 100 m is, spelen ook mee in het feit dat ik de hut als uitvalsbasis in de Vogezen blijf gebruiken. Ik kon het idee niet los laten om iets te doen aan de problemen. Een logische oplossing is dan een andere kachel plaatsen of een betere haard installeren.
De situatie vorig jaar. Rook duidelijk zichtbaar.


Het bronnetje bij de Abri Saint Jacques stroomt zomer en winter.
Helaas mogen de spotgoedkope "Ardennais" kachels niet meer verkocht worden op de Belgische markt wegens een te hoge uitstoot van CO en fijn stof. Op zo'n kachel kan je ook niet koken, denk ik, maar het zou al een hele verbetering zijn als er iets staat dat warmte geeft zonder rook.

Een bouwpakket barbecue uit vuurvaste stenen was me dan weer te duur. Een zoektocht op het internet naar vuurvaste bakstenen en een snelle berekening hoeveel ik er nodig zou hebben, leerde me dat ook dat te duur wordt.

De optie die overbleef, was zelf een kachel bouwen. Ik had nog een kachel staan, gemaakt uit een 46kg propaanfles, maar daar zat een ontwerpfout in. Het ding kon zeer fel branden, maar brulde daarbij luid. Na wat laswerk en testen in de tuin had ik uiteindelijk iets dat bruikbaar leek. De kachel ging schuin moeten staan in plaats van rechtop, en aangesloten worden op een sub-optimale schoorsteen, waardoor nooit de enorme convectie zou gecreëerd worden als waar hij oorspronkelijk naar ontworpen was, maar het zou sowieso een verbetering zijn van wat er was in de hut. De kachel zou aangesloten worden op de schoorsteen van de open haard, terwijl de recentere en toch min of meer functionerende gemetste "kachel" nog kon gebruikt worden om op te koken en grillen.
De kachel tijdens een test in de tuin.


Aan die schoorsteen van de open haard was er ook werk. Die was door inwerking van het weer grotendeels afgebrokkeld. Ik had nog een zak kant-en-klare betonmix liggen die anders toch maar hard zou staan worden en vond nog een aantal lengtes kachelpijp in m'n rommelhok om de schoorsteen opnieuw tot boven de dakrand te laten uitkomen.

Vorig jaar had ik gemerkt dat het rookprobleem van de gemetste kachel wat beperkt kon worden door één van de metaalplaten die in de hut liggen, er voor te monteren. Die plaat sloot echter niet goed aan op de kachel, dus nam ik een plaatschaar en hamer mee om die plaat op maat te kunnen knippen en plooien.

Zaterdag 4/1: De rit naar de Vogezen

Naar vaste gewoonte vertrok ik later dan gepland, en ik moest nog materiaal ophalen onderweg om cadeau te doen aan de bosbezetters in Arlon. Tussen dat materiaal zat ook een handbijltje met een zware kop (1000 g) die erg verbreedde naar de hals. Ik hield die voor mezelf, want mijn eigen handbijltje is eigenlijk te licht en te slank om grote blokken hout te klieven.

Iets voor 23 u kwam ik aan op de parking en even later stond ik aan de hut. Ik had m'n fiets meegenomen aangezien er toch geen sneeuw lag of voorspeld werd. Zo zou ik sneller over en weer kunnen rijden tussen de hut en de parking. Ook deze keer reed ik in het begin verkeerd. Ik hoop dat ik nu nooit meer vergeet dat ik de groene bolletjes moet volgen. Die fiets bleek niet zo'n goed idee, het pad is bij momenten zo steil of m'n conditie zo slecht dat ik moest afstappen. Als excuus kan ik wel zeggen dat ik een rugzak van 10 kg aan had.

Hier en daar lag er een klein beetje sneeuw, maar de temperatuur was die nacht rond de 2°C. Ik deed geen moeite om vuur te maken, het was al laat en de hut zou toch maar vol rook hangen.

Ik zag dat er heel weinig veranderd was op een jaar tijd. De ladder naar de slaapverdieping was uit elkaar gehaald en half opgestookt en een aantal planken van die verdieping waren losgemaakt, maar waren nog niet in de kachel beland. De smalle zitbank was een poot kwijt, maar ook deze was nog aanwezig en kon ik opnieuw vastmaken. Vermoedelijk wordt de hut nog maar heel zelden gebruikt in de winter en wie er wel vuur tracht te maken merkt al snel dat de kachel niet trekt. De waarschuwingen voor de slechte staat op refuges.info hebben misschien ook effect gehad. Het laatste commentaar op refuges.info was van iemand die uit wanhoop naar de Cabane des Champis getrokken is om daar de nacht door te brengen.
Weinig veranderd in de hut. De ladder is verdwenen.


Ik had een restje eten mee van thuis dat ik koud op at, las een Luxemburgs krantje en dronk een biertje, een Bobeline Black. Daarna schoof ik de zitbanken samen en installeerde me om te slapen.
Slapen op de zitbanken.

Zondag 5/1: Werkdag in de hut

Reeds voor 9 uur was ik uit bed, ik had veel te doen. Om de kachel van de parking tot aan de hut te krijgen, had ik een duveltje (steekwagen voor de Nederlanders) meegenomen, maar ik had geluk, er zat geen hangslot op de bareel (slagboom voor de Nederlanders) die de bosweg van de parking afsluit. Ik kon dus met de wagen tot aan de hut rijden en daar de kachel, de 25 kg betonmix, metsersgerief, emmers, kachelpijpen, enzovoort uitladen. Op een zondag verwacht ik niet zo snel een boswachter, en dan nog, ik had een hele goede reden om er met de wagen te staan en de vorige keer zei hij er ook niets van.
Ik kon met de wagen tot bij de hut rijden.


Nu ik ook mijn bijl en zaag had, begon ik aan de eerste prioriteit: vuur maken en koffie zetten. Een stuk van de boom die ik vorig jaar omgezaagd had en niet naar de hut gesleept had, lag nog steeds in het bos. Die bleek nog altijd droog genoeg om makkelijk in brand te krijgen.
Meteen begon ik de metaalplaat die ik vorig jaar gebruikte om de kachel beter te doen trekken, te bewerken zodat die veel beter aansluit aan de kachel. Er kwam iets minder rook uit de kachel, maar het was nog steeds niet ideaal.
Met de plaat vooraan geplooid zodat ze beter aansluit, rookte de kachel al een stuk minder.


Dan werd het tijd voor het echte werk. Ik maakte mortel, nu ja, eigenlijk was het betonmix, maar de keien waren fijn genoeg om de beton als voeg- en metselmortel te gebruiken. Met de brokstukken die in het rond lagen, kon ik de schoorsteen deels heropbouwen. Voor de rest van de benodigde hoogte monteerde ik een stuk kachelpijp op de schoorsteen.

De overschot van de mortel gebruikte ik om kieren te dichten in de achterwand van de hut. Ik had ook een handvol spijkers meegebracht en kon daarmee de losgemaakte planken van de verdieping opnieuw vastmaken en enkele losse metaalplaten die de aan de buitenkant de muren bekleeden, weer vastspijkeren.

Ik installeerde de kachel, en toen de mortel van de schoorsteen enigszins begon uit te harden, liet ik de kachel even branden. De schoorsteen trok, maar het was moeilijk om het vuur in de kachel voldoende hoog op te stoken om de hut te kunnen verwarmen. We zouden wel zien, ik was toch van plan om deze winter nog terug te komen zodra er sneeuw lag én ik enkele dagen kon vrijmaken. Als de kachel dan echt nutteloos zou blijken zou ik ze wel relatief makkelijk door de sneeuw naar beneden kunnen slepen.
De herstelde schoorsteen.

De kachel aan het testen.

Echt tevreden was ik dus niet van het resultaat. Daarbij kwam dat je niet kan koken op de kachel die ik gemaakt had, en je dus nog steeds de rokerige gemetste kachel nodig had. Ik zag alleen geen mogelijkheid om op een goedkope manier die gemetste kachel te verbeteren. Aangezien ik het vorig jaar had opgegeven om nog van deze hut gebruik te maken, om dan later thuis toch op een idee te komen, nam ik deze keer de exacte maten van de gemetste kachel en kachelpijp. Misschien kwam ik nu ook op een oplossing (zie volgend reisverslag). Ik mat ook de hoogte tot het verdiep zodat ik naar een geschikte nieuwe ladder kon uitkijken.

Toen alle klussen gedaan waren, stak ik alle materiaal dat ik niet meer nodig had in de wagen. Ik maakte ook van de gelegenheid gebruik om allerlei nutteloze objecten en kapot meubilair eindelijk eens uit de hut weg te halen. Sommige zaken lagen er al jaren rond te slingeren en bezorgen de hut een rommelige aanblik. Ik reed terug naar de parking en besefte dat het een enorme krachtinspanning zou geweest zijn om de kachel en de zak betonmix met het duveltje boven te krijgen. Ik zou er ongelooflijk veel tijd aan verspild hebben, dat was duidelijk.

Terug in de hut maakte ik een avondmaal klaar en at, trok een flesje Chimay Grande Reserve open en las verder in een boek waar ik al veel te lang over deed (Butcher's Crossing van John Williams). Ik las het boek eindelijk uit en ging slapen. Niet op de slaapverdieping, want daar ging teveel rook en zonder ladder was het erg onpraktisch om er op en er af te geraken, maar opnieuw op de twee zitbanken die ik samen schoof. Die zijn gelukkig even hoog.
's Avonds bij het vuur.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten