dinsdag 7 januari 2020

Vogezen dag 3 en 4: Naar de Chalet Saint Hubert


Maandag 6/1: Wandeling nabij le Grand Brézouard en bezoek aan de Chalet Saint Hubert

Ik had de nacht doorgebracht in de Abri Saint Jacques. (zie gister) De laatste blok die ik 's avonds op het vuur gegooid had, had een grote knoest, die hebben de neiging om erg lang te blijven gloeien. Ik moest enkel wat houtkrullen snijden en wat blazen om het vuur weer aan te steken. Ik maakte koffie en at m'n ontbijt. Voor wie na me kwam liet ik een aantal droge en gekliefde houtblokken achter.
De hut netjes achtergelaten.


Even na 11 uur ben ik uit de hut vertrokken en reed met m'n wagen een stuk noordelijker naar Le Bonhomme. Ik reed wat rond en vond in de vallei Faurupt een plek om te parkeren. Mijn plan was om de verschillende abri's die op de kaart aangegeven staan op en rond le Grand Brézouard te bezoeken en er foto's van te maken en info te verzamelen om toe te voegen op refuges.info om dan te eindigen in de Chalet Saint Hubert, een klein en knus hutje.

Zicht op de vallei 'Faurupt'




Het Zwarte Woud helemaal in de verte, daar lag zo te zien wel sneeuw.
Bergop richting Brézouard.
Vanaf Faurupt wandelde ik naar het noorden en bergop naar le Haut Pré. Ik kwam op de GR 5 en volgde die in oostelijke richting naar de Brézouard. Auberge le Haïcot liet ik letterlijk en figuurlijk links liggen, op de kaart was duidelijk dat dit een uitgebate herberg is. Ten zuiden er van en meer op m'n pad stond een abri aangegeven op de kaart. Toen ik naderde begon ik me af te vragen waarom zo'n mooie 'abri' nog niet op refuges.info stond. Al snel bleek het om een recent maar afgesloten gebouw te gaan van de Ski Club Sainte Marie aux Mines. Er vlak naast staat wel een schuilhok dat vooral in de zomer dienst zou kunnen doen om tijdens een regenbui te picknicken en zelfs te slapen.

De hut van de Ski Club Sainte Marie aux Mines.
Het schuilhok.
Ik zette m'n weg verder in oostelijke richting en na een 200 meter kwam ik op een kruispunt en parkeerplek waar ook een abri aangegeven stond. Dit leek me een vergissing van de kaartmakers, er staat een gebouwtje, maar het is afgesloten en ik vermoed dat het eerder een transformator- of ander technisch gebouwtje is.
Dit staat op de kaart aangegeven als 'abri', o.a. omwille van dergelijke dwaasheden is iemand met refuges.info begonnen.


Vlakbij was er nog een refuge aangeduid op de kaart maar nog niet vermeld op refuges.info en ik had het gebouw al van bovenaf kunnen zien. Ik besloot om ook dit gebouw nader te gaan bekijken. De Refuge du Haycot (niet hetzelfde als de Auberge le Haïcot die ik links liet liggen) bleek ook afgesloten en eigendom van les Amis de Nature de Sainte Marie aux Mines.
De Refuge de Haycot.


Bergop naar le petit Brézouard.
Daarna ging ik bergop naar le Petit Brézouard, daar staat de Refuge du Brézouard, een in 1929 gebouwde ruime refuge van de Club Vosgien. Ik verkende de hut en merkte al snel een paar nadelen op. Op de bovenverdieping, ingericht als slaapzaal, waait de wind zo onder het dak door. Bovenop de Brézouard staat ook veel wind. Er is geen luik bovenaan de trap om de warmte van de kachel beneden te houden. Die kachel had trouwens ook al betere tijden gekend en het lijkt me onmogelijk om de hut er mee op een aangename temperatuur te krijgen. Daarvoor is de kachel te klein en de hut te groot en te tochtig. Er was een kleine voorraad gekliefd hout aanwezig, iets wat ik al lang niet meer verwacht in een hut. Of er in de omgeving van de hut nog ergens dood en droog hout te vinden is, betwijfel ik echter sterk. Ik ga niet snel geneigd zijn om deze hut in te plannen in een winterse trekking.
De Refuge de Brézouard.


Van de kachel ontbreekt het glas.

Gezellig is anders.

De slaapzolder.


Op de top van le Grand Brézouard.
Vanaf de Refuge de Brézouard wandelde ik verder in zuidelijke richting over le Grand Brézouard, een top van 1229 meter hoog, en daalde langs de zuidkant af naar le Plat, een kruising van een hele hoop bospaden, waar ook de GR 532 langskomt en met de wagen bereikbaar is als er geen sneeuw ligt. Vanaf de top van le Grand Brézouard rook ik houtvuur, en de wind kwam van de richting van de Chalet Saint Hubert, waar ik de nacht wou doorbrengen. Vanaf le Plat wandelde ik nog even in zuidelijke richting en sloeg dan rechts af op het pad naar de Chalet Saint Hubert. Mijn vermoeden werd bevestigd, er waren al mensen. Het waren drie Fransen, ik denk een vader met z'n twee zonen. Ik vroeg of ze er gingen overnachten, wat helaas zo was. Ik vroeg of ik even een kijkje mocht nemen in de hut. In het echt zag de hut er al even knus uit als op de foto's op refuges.info. Het was gelukkig nog maar half vijf en mijn wagen stond vanaf daar niet zo ver, het was ook alleen maar bergaf.

Aan mijn auto gekomen besloot ik te doen wat ik dan altijd doe: backup-plan Saint Jacques. Er lag tenslotte nog wat droog brandhout. Ik reed terug naar Gérardmer naar de Abri Saint Jacques waar ik om kwart na acht toekwam. Ik kon opnieuw het vuur aanmaken met wat houtkrullen en een kooltje dat nog was blijven gloeien. Ik maakte gedroogde maaltijd uit een zakje klaar en aangezien mijn boek uitgelezen was, zette ik Spotify op. Er is net voldoende ontvangst voor 4G.

Omdat het stuk boomstam dat ik de dag ervoor uit het bos haalde niet volstond om de avond door te komen, en eigenlijk ook niet door en door droog was en dus meer rookte, moest ik nog aan extra brandhout geraken. In het bos vlakbij, aan het bronnetje, zijn ongeveer een derde van de bomen getroffen door de letterzetter kever. Die vreet het cambium, de levende laag tussen schors en stam, van sparren op, waardoor ze afsterven en zeer snel hun schors verliezen. Dat die sparren rechtop zonder hun schors kunnen drogen, zorgt voor een prachtige kwaliteit van hout met amper tot geen droogscheuren. Eigenlijk is het zonde om zo'n mooi hout als brandhout te gebruiken, want het hout zelf wordt niet door de kever aangetast. Vorig jaar was ik nog met mijn Bacho Laplander klapzaagje op weg, wat toch eerder een survivaltool is dan een praktische zaag voor wintergebruik. Deze keer had ik een kleine boogzaag mee met 30 cm zaagblad. Ik zocht de dunste dode spar uit die niet te ver van het pad stond en zaagde ze om. De boom viel perfect in de geplande richting, maar bleef toch steken tussen de takken van de bomen er rond. Een levende boom zou er door zijn gewicht zo door gevallen zijn, maar een dode boom weegt nog maar de helft zo zwaar. Nu wat gesukkel ging de boom toch neer. Ik verzaagde de stam in draagbare stukken en bracht alles naar de hut. Wat ik nu niet zou gebruiken, kwam wellicht later deze winter nog van pas. De meeste bezoekers van de hut hebben waarschijnlijk toch geen voldoende grote zaag, laat staan bijl om te klieven, mee om het hout te kunnen gebruiken.

Vlak voor ik ging slapen zaagde ik nog een houtblok met knoest en gooide die op het vuur.

Dinsdag 7/1: Hutten verkennen met de auto en 2de poging Chalet Saint Hubert

Ook deze ochtend had ik geen probleem om het vuur weer aan te krijgen. Ik at m'n ontbijt, zorgde weer voor een beperkt voorraadje gekliefd hout en ging met de auto op weg om nog een aantal abri's te gaan verkennen.
Bio afbakbroodjes uit de plaatselijke supermarkt.


Een mooie voorraad hout.
De eerste hut op m'n weg was de Abri de Roche Boulard, ook nog niet vermeld op refuges.info. Op het eerste zicht leek het een ordinair schuilhok zonder overnachtingsmogelijkheid zoals zoveel abri's op de kaart, maar deze heeft een bovenverdieping waar twee mensen kunnen slapen. De plek is bovendien bereikbaar met de wagen. Verre van ideaal, er is geen deur en er zitten geen ruiten in, maar zeker in de zomer een leuke noodbivak met zicht op Lac de Longemer.
Met zicht op Lac de Longemer.


Zeer basic, maar je kan er slapen.


Ik keek op de kaart welke abri's nog in de buurt zijn en er nog geen info over te vinden is, en zette koers richting la Bresse, een redelijk mondain ski-oordje om daar de Abri sentier Dielaine te gaan bekijken. Ik trachtte over het bospad zo dicht mogelijk te geraken met de wagen, wat me aardig lukte, een bestelwagen heeft vrij veel bodemspeling en mud + snow winterbanden doen ook wat ze beweren te doen. Ik had reeds enkele sneeuwvelden kunnen oversteken, tot het plots toch te veel werd. Ik had geen zin om sneeuwkettingen op te leggen en ging te voet verder gaan. Ik keek nog eens op m'n smartphone om te weten waar ik exact zat, en kwam tot de vaststelling dat die abri wel al op refuges.info stond en niet meer is dan een afdak boven een kampeerbank.
Dit sneeuwveld was niet meer mogelijk zonder sneeuwkettingen, onmiddellijk in achteruit een U-bocht gemaakt en klaar om weer te vertrekken.


Op de terugweg stopte ik bij een leegstaande krotwoning die te koop staan en ik ging van dichterbij kijken. Er valt wel iets mee te doen, ik vraag me af wat de vraagprijs is van zoiets.
Mooi gelegen ruime woning. Te renoveren.

Voor de geïnteresseerden.


Ik nam er opnieuw m'n smartphone bij en keek welke abri's er nog in de buurt waren die ik wou bezoeken. Ik besloot de Cabane de Narouel te rijden, een ingerichte hut met huisraad en al, maar wat rare verhalen in de commentaren op refuges.info. De hut, nu ja, huis-in-het-bos, is bereikbaar met de wagen en ligt vlak naast een paintball terrein. Aan een boom naast de oprit hangt een bord met "Propriété Privée - Défense d'Entrée - Sous peine de poursuite". Ik ga natuurlijk toch kijken en stel vast dat de hut gewoon open is en er ook geen enkele moeite gedaan is om de hut af te sluiten. Aan de achterkant staan twee ramen open, die ik met veel moeite dicht krijg. Er blijkt een primitief maar overdekt buitentoilet te zijn en er is een kelder. Ooit moet het gebouw een stuk groter geweest zijn, aan de restanten van oude muren te zien. In de leefruimte is een grote open haard, er staan meubels en er ligt huisraad in het rond, maar het geheel is erg stoffig en vuil. Van de trap ontbreken er 2 treden, maar de bovenverdieping lijkt opvallend net. Het dak is tochtdicht gemaakt met plastic folie en er ligt linoleum op de vloer.


Rommelig interieur met veel kapotte meubels en nutteloze voorwerpen.

De bovenverdieping.

Er is zelfs een toilet.


De volgende abri ligt weer langs een onverhard bospad, de Chalet de Harfontaine. Ik geraak met de wagen tot aan Col d' Osseux en ga vandaar verder te voet. Ook al staat er 'chalet' in de naam, het gaat om een schuilhok waar een kampeerbank in staat, geen plaats om te overnachten.
Raam dichtgemaakt tegen de tocht.

Amper groter dan de kampeerbank die er in staat.


Ik besluit nog één abri te bezoeken, de Abri de Croix d'Hadrimont. Deze hut is met de wagen bereikbaar maar is ook niet meer dan een veredeld schuilhok met een kampeerbank er in, geen plaats om te overnachten.
Ook deze hut is niet veel meer dan een overdekte kampeerbank.


Ik had de vorige dag beter aan die Fransen in de Chalet Saint Hubert gevraagd of ze er ook deze avond gingen blijven, maar ik druk me niet zo vlot uit in het Frans. Ik had wel goed bekeken of er een mogelijkheid was om er met de wagen dichtbij te geraken en waagde het er op. Via de Col des Bagenelles vond ik een geasfalteerde weg, die was officieel wel afgesloten vanwege het skiseizoen, maar de sneeuw was al een paar dagen weg. Ik geraakte over goed berijdbare wegen tot aan le Plat, vanwaar het nog maar een paar honderd meter naar de Chalet Saint Hubert is. Ik deed de moeite niet om m'n rugzak te pakken en ging eerst kijken naar de hut. Ik rook alweer de geur van houtvuur, en toen ik dichter kwam hoorde ik stemmen en zag ik dezelfde drie mensen aan de hut. Het was toen rond vijf uur en ik besloot om terug naar huis te gaan. Een vierde avond en nacht in de Abri Saint Jacques zag ik niet meer zitten en het was al te laat om nog naar één van de twee goed uitgeruste hutten waar ik vorig jaar geweest ben, te trekken.

Na zes uur rijden was ik weer thuis. Echt vakantie was dit niet, maar ik had me wel goed voorbereid voor als ik terug zou komen om op sneeuwschoenen te gaan rondtrekken. Ik had geen idee of en hoe ik nog iets kon verbeteren aan de Abri Saint Jacques, maar ik had genoeg foto's en gegevens genoteerd voor als ik toch een idee zou krijgen. Hoe de winter en vooral de sneeuwcondities gingen evolueren wist ik toen ook nog niet, evenmin als het lot dat de Chalet Saint Hubert letterlijk en figuurlijk boven het hoofd ging, maar dat kan je lezen in m'n volgend en veel boeiender reisverslag. Wie de links naar refuges.info gevolgd heeft, weet al wel een beetje wat nadien gebeurd is.

1 opmerking:

  1. Boeiend en interessant verslag! Je reist als het ware een beetje mee tijdens het lezen.
    Tof dat je die hut wat hebt opgekalfaterd, er zouden dat meer mensen moeten doen. ;-)

    BeantwoordenVerwijderen