woensdag 16 januari 2019

3 daagse huttentocht in de Vogezen - dag 2


Ik had vrij goed geslapen in de Abri Saint-Jacques de Gérardmer. Door de erg rokerige kachel moest ik met de deur open slapen, maar met een nachttemperatuur van -3°C en een -9°C comfort slaapzak was dat goed te doen. In de hut voelde het ook een stuk warmer aan dan buiten. Mijn rug leek echter minder tevreden, de combinatie van het zeulen met brandhout en het slapen op een houten bank was waarschijnlijk de oorzaak.
De assen in de kachel waren nog een beetje warm en ik kreeg vlot het vuur aan met enkele houtblokken die in de loop van de nacht op de kachel lagen te drogen. Ik smolt sneeuw om m'n drinkfles bij te vullen en koffie te maken.  De overschot van het avondeten vulde ik aan met wat boterhammen met kaas. Terwijl nam ik ook een ontstekingsremmer tegen de pijn in m'n rug.

Aangezien nog meer dan de helft van de boom die ik de avond ervoor omgezaagd had, in het bos lag, ben ik daar nog de helft van gaan halen en heb ik die in de hut gelegd. Het is een ongeschreven regel dat je de houtvoorraad weer aanvult bij vertrek, veel mensen lijken te denken dat dit de taak is van de bosarbeiders, maar dat is niet zo. De volgende zal dan wel over een zaag en bijl moeten beschikken als hij iets met die stam wil aanvangen, maar het is beter dan niets.

Ik ruimde de hut op, trachtte het roet wat van m'n potten te vegen met sneeuw en krantenpapier en pakte m'n rugzak in. Misschien was dat m'n laatste verblijf in deze hut, ik heb er veel goede herinneringen aan, maar er moet toch dringend wat oplapwerk gebeuren om er weer een aangename plek van te maken. (zie verslag van januari 2020: Een kachel voor de Abri Saint Jacques)
Er zit een gat in de schoorsteen, de bovenste drie elementen heb ik weer op hun plaats geduwd want die helden over tegen de dakrand. Ooit was de schoorsteen hoger, maar ook toen trok ze al heel slecht.

het pad en de weide naast de hut

de weide naast de hut
Rond een uur of elf ging ik weer op pad. Het plan voor die dag was een bezoek aan de Cabane des Champis en de Chalet du Collet de l' Etang, twee onbemande hutten die er op refuges.info alvast zeer veelbelovend uitzagen.

vroeger een belangrijk pad, nu was ik de eerste in dagen die er over liep

diepsneeuw op de zuidflank van de Saint-Jacques de Gérardmer
Na een eindje wandelen door ongerepte sneeuw kwam ik op een langlaufparcours (nordic skiing) terecht. Veel volk, schreeuwerig lelijke outfits, kinderen met een lang aangezicht achter hun ouders aan, beginners die omver vallen, ... Niet echt mijn ding, op sneeuwschoenen ben ik sneller dan beginnende langlaufers, ik kan bijna ieder pad nemen, en als ik ze af doe heb ik tenminste stevige wandelbottinen aan. Alleen in heel erg diepe of losse sneeuw zijn skies beter dan sneeuwschoenen, maar daar komen die dagjestoeristen niet. Voor 70 euro heb je al vrij degelijke sneeuwschoenen, voor een langlauf- of tourski-uitrusting moet je een veelvoud neertellen.
langlaufpiste nabij Lac de Lispach
Vlakbij het verhuur- en opleidingscentrum voor langlaufen in Lispach, stond er op de kaart een abri aangegeven. Deze plek is zelfs in de winter met de wagen te bereiken en in erg toeristisch gebied gelegen, dus had ik m'n twijfels bij de bruikbaarheid voor overnachting. Terecht.
Schuilhok met sneukel- en koffieautomaat, toilet en zelfs hulppost! Maar niet wat ik zoek.
Ik trok verder langs een skipiste, richting de Cabane des Champis.
skischool van Lispach
Ook skipistes zijn mijn ding niet: de drukte, de rommelige infrastructuur, de lelijke kleuren midden in een winters landschap, ... Het pad naar de volgende hut slalomt helaas omhoog over de piste.
Lac de Lispach
hier kruist het wandelpad de skipiste
Om problemen te vermijden sneed ik de bocht af en klom langs de zijkant van de piste naar boven. Toen ik boven kwam merkte ik dat ook het wandelpad deel was van de piste, maar het werd amper gebruikt en was breed genoeg om geen ongelukken tegen te komen. Vanuit het dal hoorde ik de stem van een Franse sportcommentator opstijgen. Blijkbaar was daar een langlaufcompetitie gestart. Onnodig om nog te zeggen hoe ik denk over die sport ...
Niet veel verder draaide de skiroute scherp naar links, terwijl ik rechtdoor ging. Eindelijk weer wat rust.
sneeuwscooter spoor
de Cabane des Champis in zicht

open vlakte (des champis betekent wellicht zoveel als "de velden")



Cabane des Champis
De Cabane de Champis is de beste onbemande hut die ik in de Vogezen al gezien heb, de hut zit terecht in de categorie van "hutten zonder tekortkomingen" op refuges.info.
wasdraden, veegborstel en blik, keukengerei, ...
zelfs wc-papier, sisalkoord, zeep, zout, peper, schuursponsjes, pannen, een pot en wat krantenpapier om de haard aan te steken

deze heeft wel een trap naar de slaapzolder

de slaapzolder
Ik was blij om een dergelijke hut aan te treffen, maar het was nog veel te vroeg om nu al halt te houden. De volgende hut op m'n route zag er ook goed uit, dus vervolgde ik m'n weg.
in het begin was het pad goed betreden

Verderop waren de sporen reeds ondergesneeuwd en door het open karakter van het bos lag de sneeuw behoorlijk dik. Zonder sneeuwschoenen of ski's geraak je hier nog moeilijk vooruit.

prachtig weer en maar net onder het vriespunt
Toen ik aan de Chalet du Collet de l' Etang kwam was het nog maar half vier, bij helder weer nog een uur volop licht. Dat lijkt vroeg om al halt te houden, maar als je nog hout wil verzamelen is dat een goed tijdstip.
de Chalet du Collet de l' Etang

de inrichting is gelijkaardig als bij de Cabane des Champis

Er is een zolderluik, maar helaas geen trap of ladder. Als het echt te vol zit kunnen er wel mensen boven slapen.
Het belangrijkste eerst: brandhout zoeken. Zoals we ondertussen gewoon zijn hebben de vorige gebruikers geen voorraad brandhout achter gelaten. Dood hout is zoveel makkelijker te vinden als het nog goed klaar is en vooral dood loofhout is in de winter moeilijk te onderscheiden van levend. Ik verstopte m'n rugzak achter de deur en ging op zoek. Vanaf het pad zag ik in de onmiddellijke omgeving van de hut eerst niets. Ik begon dan maar door het bos te lopen, maar ook daar leek geen dood hout te vinden. Op een gegeven moment zag ik dan toch een dode boom staan. Weeral naaldhout en weeral aan de dikke kant voor m'n klapzaagje, dus maakte ik een markering in de sneeuw op het pad en zocht verder, maar wel weer in de richting van de hut. Ik vond nog een dode tak, loofhout, die vast zat tussen enkele takken en nam die al mee naar de hut. Aan het gewicht te oordelen was het hout niet al te nat. Er zat niet veel anders op dan ook nu weer een behoorlijk dikke boom te gaan zagen en verslepen.
de dichtste dode boom die ik vond

hopelijk genoeg hout en droog genoeg

handig, die twee ijzeren stoelen

enkel de buitenkant van het hout is nat
Op de mooi geëgaliseerde betonvloer van deze hut wou ik de ondersteboven-kliefmethode niet gebruiken die ik in de Abri Saint-Jacques toegepast had, dus zaagde ik eerst een hakblok. Door een stuk zijtak dat ik aan de stam gelaten had, kon ik m'n hakblok ook gebruiken als enorme hamer. Dat bleek een zeer goed idee en het heeft me heel wat tijd en moeite bespaard bij het klieven van het hout.
meer heb je niet nodig

de rechtse blok gebruikte ik als hamer om de blokken met m'n klein bijltje te kunnen klieven
de kern van het hout was droog, gekliefd in verschillende maten om het vuur aan te steken


en toen was er vuur
Toen het vuur goed brandde, gebruikte ik eerst de tak loofhout die ik eerst gevonden had. Loofhout heeft minder roet, minder geur en minder gensters dan naaldhout. Ik smolt sneeuw, kookte rijst en gaarde worteltjes met een uitje en een teentje look. Omdat ik geen olie of boter mee had, ging de falafel ook mee in de kookpot. Bij de maaltijd opnieuw een ontstekingsremmer, om ellende te voorkomen en een lichte verrekking in de lies te behandelen.


Na het eten verzaagde ik het grootste deel van de boomstam, kliefde het hout en legde het te drogen naast het vuur. De donsjas ging weer aan en in m'n rugzak zaten nog een flesje Chimay Grande Reserve en een blik Amsterdam Black Rum. Bij koud weer hoort sterk bruin bier. Ondertussen begon het hard te waaien, ik ging naar buiten en sloot de luiken. Af en toe blies de haard een wolkje rook naar binnen, er ging op den duur wat rook, maar dat was niet te vergelijken met de Abri Saint-Jacques.

Ik sliep opnieuw op twee zitbanken die samen geschoven waren. Ik wou proberen om het vuur de hele nacht aan te houden en had vier grotere blokken klaar gelegd, twee om vlak voor het slapengaan op het vuur te gooien, twee om aan te vullen als ik midden in de nacht wakker zou worden. 's Nachts droomde ik over twee wolven bij de hut en iets over stormschade aan een dak. Wolvensporen in de sneeuw, al goed en wel, maar als er zo twee voor je staan ... Wel opvallend dat m'n dromen bijna alleen met de omgeving en de gebeurtenissen van de dag te maken hadden, onderdompeling in natuur en avontuur heeft z'n effect!

Wolvensporen in de sneeuw? Ja, tientallen sporen. Er kan wel eens één van een loslopende hond geweest zijn, maar veel sporen kunnen eigenlijk alleen maar van een lynx of een wolf geweest zijn.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten