dinsdag 15 januari 2019

3 daagse huttentocht in de Vogezen - dag 1

Eindelijk zat het werkjaar er op en heb ik weer even alle tijd om te reizen. Het toeval wou dat er sneeuw lag in de Vogezen en er twee dagen helder weer voorspeld werd, en dat bij vrij zachte temperaturen. Ik besloot dan ook om de eerste kans die ik had op een sneeuwvakantie, direct te grijpen.

Als jonge twintiger was ik al eens met drie vrienden naar de Vogezen getrokken voor een dag of vier sneeuwpret, met beklimming van de Hohneck en overnachtingen in de onbemande hut Saint-Jacques de Gérardmer. De omstandigheden waarin en de uitrusting waarover we toen beschikten waren zeer slecht en enkel fitte adolescenten overleven zoiets zonder letsels, maar het was op z'n minst erg leerzaam.
abri Saint-Jacques de Gérardmer, foto genomen in februari 2018

Vorig jaar ben ik voor het eerst opnieuw in de winter naar de Vogezen getrokken, deze keer alleen, maar beter voorzien op de omstandigheden en met sneeuwschoenen. Het primaire doel was het uitproberen van de Sentier des Roches in winterse omstandigheden. Dat bleek totaal onmogelijk en onverantwoord, dus schakelde ik over op plan B: Op lagere hoogte, waar de sneeuw minder dik lag, een tocht door de bossen. Ik overnachtte nog eens in de vertrouwde maar sterk verloederde hut Saint-Jacques en een keer met een tarp in het bos. De sneeuwschoenen hebben uiteindelijk meer aan m'n rugzak gehangen dan ik ze aan had.
tarp-shelter bovenop de Roches Saint-Jacques bij Gerbamont, vorige winter

Deze keer vatte ik het plan op om in de streek rond Gérardmer en La Bresse zo veel mogelijk hutten te verkennen om zo goed voorbereid een volgende meerdaagse trektocht te plannen. De website refuges.info is een goede bron van informatie over de (onbemande) hutten, maar er staan er een stuk meer aangegeven op de topografische kaart dan er op die website besproken worden. Van de gelegenheid wou ik dan ook gebruik maken om die site verder aan te vullen met de ontbrekende informatie en foto's.

De rit naar de Vogezen

Zoals gewoonlijk was ik veel te laat begonnen met het benodigde materiaal samen te rapen en vertrok ik maandag maar na het middaguur. Volgens de GPS ging ik even na zessen in La Bresse toekomen, neem nog wat marge voor een tussenstop aan Decathlon in Arlon, een tankstation in Luxemburg en de onvermijdelijke files en ik ben daar rond acht uur. Zo denk je dan. Niet dus. Meer dan twee uur vast in de file aan Metz. Er was een zwaar ongeval gebeurd en de hele rijweg moet versperd geweest zijn. Op zo'n moment ben je blij dat de koelbox gevuld op de passagierszetel naast je staat, je tank vol zit en je met een campertje met het minimum, maar wel het nodige aan sanitaire voorzieningen onderweg bent.

Uiteindelijk kwam ik na tien uur aan in La Bresse. Het plan was om de Refuge Rouge-Mousse te bereiken, liefst met de wagen, maar de weg er naar toe was afgesloten en overigens ook onberijdbaar.
Te voet was ook een mogelijkheid geweest, maar daarvoor was het al veel te laat geworden. Stel dat er al mensen in de hut zijn, je kan daar na elf uur niet meer binnenvallen als autokampeerder. Geen probleem, ik heb dan maar in de wagen overnacht op een parking in La Bresse.

Dag 1

Mijn alarm stond om 8u30 en er was geen reden om nog te blijven liggen. Ik had op Facebook iemand een wandeltocht zien aanraden vanaf de Col de Bramont (956 m) naar de Rainkopf (1305 m), en er was maar twee dagen goed weer voorspeld, hutten verkennen kan ook bij grauw weer. Eerst nog naar de lokale supermarkt om snelkookrijst en een blik smaakvol bier voor bij het avondeten en dan naar de Col de Bramont gereden. De weg over de col lag netjes geruimd en gestrooid en aan de col zelf is een ruime parking.
het begin van de Chemin de Vaxelaire aan de Col de Bramont
Tegen tien uur was mijn rugzak gepakt, deze keer geen overtollig gewicht zoals een regenjas of fleece, wel een donsjas en noodbivakzak voor het geval dat. Zo'n opleiding bergwandelaar van de West-Vlaamse Bergsport Vereniging, je leert daar wel nuttige zaken, zoals bijvoorbeeld over kledij.


Na een goeie vijf minuten sneeuwschoenen door de sneeuw valt mijn eurocentje dat het wel erg vlot vooruitgaat, zo met een lichte rugzak. Die ik niet aan had en nog in m'n wagen lag. Mijn eerste gedacht was:" F*** it, ik ben maar weg voor een wandeling van een dikke drie uur, ik ga er nu ook niet meer om". Dan bedacht ik dat ik ook geen EHBO-kit, geen water en geen voedsel mee had, zelfs geen reep in m'n jaszak. Dat doen we dus niet. Nooit! Ook zoiets leer je op cursus, alhoewel ik het uit mezelf ook niet zou gedaan hebben. Terug naar beneden en een nieuwe start.
een duidelijk sneeuwschoenspoor
ik was de eerste die dit pad die dag koos



De eerste schuilhut, de Abri de Col de l' Etang kwam al snel in zicht. Op refuges.info had ik gezien dat het om een open schuilhut met open haard ging, niet echt bruikbaar voor een overnachting, maar het zag er een leuk plekje uit.
de Abri de Col de l'Etang
Vanaf daar wandelde ik verder naar de Rainkopf.
Onmiddellijk na de schuilhut kwam ik op recente sporen van tourskiërs

zicht op de Tourbière de Machais, een hoogveen gebied

knuppelpaadjes, typisch aan veengebied

langzaam aan werd de vegetatie minder dicht, de boomgrens nadert

en dan kom je plots op een rijweg en heb je voorrang, de D430 of de Route des Crêtes, aangelegd door het Franse leger
het pad gaat recht naar boven

de sneeuw ligt steeds dikker en de begroeiing schaarser

Rainkopf ahead

cornicevorming aan de oostzijde van de Vogezenkam, hier verongelukken soms mensen en zijn er lawines

de top van de Rainkopf (1305 m)

de top is waar het pad niet meer verder naar boven gaat :)

de ijzige wind zorgde dat ik er niet lang bleef

Vanaf de top daalde ik af naar de Refuge du Rainkopf. Die hut was me niet opgevallen op de kaart tijdens de voorbereiding, maar er stond een wegwijzer die me er attent op maakte.
de helling is werkelijk zo stijl, er zit een waterpas op m'n fototoestel :)

de Refuge du Rainkopf
De Refuge du Rainkopf bleek gesloten. Het is een bemande hut, maar enkel open van mei tot oktober in het weekend en op feestdagen.

Vanaf de refuge daalde ik af naar de Abri de Lac de Blanchemer, de eerste onbemande hut op m'n tocht die bruikbaar zou kunnen zijn voor overnachting.
ondertussen werd het tijd voor een selfie
Over die jas. Ja, ik weet het, de kleur, vreselijk, maar het heeft ook voordelen. Toen ik een tussenstop hield in de Decathlon in Arlon ben ik in de jachtafdeling gaan kijken en wat bleek? Decathlon hééft softshells met voldoende zakken, bereikbaar als je een trekkingsrugzak aan hebt én waar een kaart in past! Én een afritsbare kap! Alleen ja, de kleur. Maar hij was in solden, 39 euro. Een licht gevoerde softshell dan nog hé, voor zo weinig geld!

de Abri de Lac de Blanchemer
je kan er met een paar mensen slapen

er is ook een toilet, met verlichting op zonne-energie

wc-papier best wel zelf meebrengen
 Als de wegen open zijn, kan je met de auto tot op een honderd meter van de hut, daar is ook een parking. De kans dat de hut bezet is, mogelijk door "feesters" is dus erg groot.
Lac de Blanchemer

Lac de Blanchemer
Vanaf de Lac de Blanchemer begon ik aan de terugweg naar Col de Bramont, maar eerst nog langs een volgende hut: Ook de Abri de Machey is een onbemande hut waar overnacht kan worden.
de Abri de Machey

Het hout moet onder het ronde deksel, niet in de oven! Ik betwijfel of je er de hut warm mee krijgt. In de roze tas zitten een paar potten en pannen.

iemand liet een topografische kaart achter en het huttenboek is nog niet als vuurstarter gebruikt

Er is een zolder, waar nog meer mensen zouden kunnen slapen als het op het gelijkvloers te druk wordt. De ladder ontbreekt helaas.
Vanaf de Abri de Machey ging ik terug naar m'n wagen aan de Col de Bramont. Het was reeds na vier uur en ik had nog veel te doen voor ik kon slapen.
het daglicht begon al af te nemen
Aan m'n wagen aangekomen maakte ik snel de beslissing om nog eens m'n vertrouwde rokerige hutje op te zoeken en daar de nacht door te brengen. Dat de hut op nog geen kwartier wandelen van een parking gelegen is, gaf de doorslag.

Overnachting 1: Abri Saint-Jacques

Toen ik op de parking nabij de Abri Saint-Jacques alles in m'n rugzak aan het laden was voor de overnachting in de hut en de twee dagen er na, kwamen er twee tourskiërs toe, ze leken aanstalten te maken om dezelfde richting op te gaan dus haastte ik me, en liet wandelstokken en sneeuwschoenen achterwege. Op weg naar de hut ging ik wel merken of de sneeuw er even beloopbaar bij lag als vorig jaar, of als sneeuwschoenen toch aangewezen waren. Ik haastte me dus, omdat wie eerst in de hut is, ook voorrang heeft om er te kunnen slapen, en misschien waren er al mensen. Omdat het al behoorlijk donker werd, kon ik me moeilijk inbeelden dat ze niet naar de hut gingen.

Ik weet dat ik al eens verdwaal op weg van de parking naar de hut, alle paden lijken er op elkaar en veel wegwijzers en markeringen zijn in de loop der jaren verdwenen. Bij de eerste twee splitsingen controleerde ik met de gps op m'n smartphone of ik wel goed zat. Ik slaagde er in om met zware rugzak en zonder sneeuwschoenen de skiërs toch voor te blijven, ook zij leken te twijfelen over de weg. Toen ze op een gegeven moment een andere route kozen, keek ik nog eens na of ik bij de derde splitsing de juiste gekozen had en om één of andere reden zat ik volgens de gps 40 meter zuidelijker dan ik zou moeten zitten, terwijl de skiërs op een parallel pad, 40 meter noordelijker zaten. Ik twijfelde niet lang en stormde door het bos naar beneden en kwam een twintigtal meter voor hen op hun pad uit. Blijkbaar waren het echt sukkelaars op skilatten, want ik bleef maar voor hen terwijl ik, door het gewicht van m'n rugzak, bij iedere stap twintig centimeter in de sneeuw zakte. Na een tijdje begon het me te dagen dat ik toch het zuidelijke pad had moeten nemen en de gps op m'n smartphone te veel afwijking had. Ik maakte de keuze om een smal pad recht naar boven naar de hut te nemen om hen zo voor te blijven. De sneeuwlaag werd echter steeds dikker, en het stijl bergop ploeteren begon z'n tol te eisen. Toen ik de hut in zicht kreeg, kwamen ook 2 skiërs aan de hut. Even dacht ik dat ik die avond gezelschap ging hebben, maar gelukkig trokken ze verder. Mogelijk had de staat van de hut hen zo afgeschrikt dat ze hun plannen veranderd hebben, of ze waren het gewoon nooit van plan geweest ...
de Abri Saint-Jacques
De hut leek nog altijd in min of meer dezelfde staat zoals ik ze laatst aangetroffen had. Er was zelfs een klein beetje hout aanwezig dat redelijk droog leek. Eerst het belangrijkste werk: meer droog hout zoeken. Met een klapzaagje, een Bahco Laplander trok ik naar het bos, hoger gelegen dan de hut, dat vergemakkelijkt het slepen met bomen op de terugweg. Ik vond al snel een rechtopstaande kleine dode den, ik heb liever loofhout, maar het eerste wat ik vond was op dat moment goed genoeg. Met m'n Mora Companion HD mes en een kleine handbijl kliefde ik het hout, om zo de droge kern van het hout bloot te leggen. Ik trachtte wat feathersticks te snijden, maar dat lukt niet altijd goed met dennenhout. Met de droogste delen van het hout, krantenpapier en uiteindelijk ook watten die in de hut lagen, kreeg ik het vuur bij de derde poging aan. Onmiddellijk werd weer duidelijk hoe erg het met de kachel gesteld is, rook begon de ruimte te vullen. Met de deur open stoken dan maar, dat is warmer dan geen vuur.

een kookpotje met sneeuw staat op het vuur, het eerste brandhout voor de avond rechts op de foto
 Mijn avondmaal bestond uit lamsfilet, rijst met paella-saus, champignons, een uitje en een teentje look. Ik eet meestal vegetarisch, maar een stukje goed vlees geroosterd boven het vuur kan op zo'n moment echt enorm smaken. Alles in één of twee kleine potjes moeten klaarmaken, zeker als je olie of boter vergeten bent, is namelijk niet de beste manier om een heerlijke maaltijd te bereiden.  Aangezien er ook gewicht uit m'n rugzak moest, ging er ook een flesje Sint-Bernardus Abt 12 open na het eten.

mijn avondmaal aan het bereiden
Omdat het dennenboompje dat ik gevonden had, niet ging volstaan om me de hele avond warm te houden, moest ik nog meer hout halen. Ik had gezien dat er heel wat forse dode dennen in het bos stonden, maar het slepen met grotere stammen ging te langzaam en zwaar worden zonder sneeuwschoenen. Ik gooide genoeg hout op het vuur en stak m'n waardevolste spullen in m'n jaszakken (ja, daar is die fluo-oranje softshell met al z'n grote zakken weer) en wandelde terug naar m'n wagen, er deze keer goed op lettend hoe ik loop aan iedere splitsing. Deze keer met sneeuwschoenen en zonder twijfel over de juiste weg sta ik vrij vlug weer aan de hut. Alles is nog aanwezig en geen trekkers die misschien nog laat hadden kunnen toekomen. Het vuur brandde nog goed. Vlug nog een paar houtblokken er bij, zaagje mee en naar het bos. Na wat rondkijken kom ik tot de vaststelling dat ik geen handelbaar dood rechtopstaand hout vindt. Dode takken en stammen die horizontaal liggen zijn te nat om bruikbaar te zijn. Dan maar onhandelbaar. Met een zaaglengte van 18 cm een boom van 20 cm diameter omzagen lukt, alleen duurt het wat lang. De stam is te zwaar om in z'n geheel terug te slepen naar de hut, dus zaag ik de top af, die is meestal te nat, en neem het middelste deel mee naar de hut. Nu ja, ik sleep het achter me aan. 

In de hut verzaag ik met tussenpozen de stam tot blokken die ik splijt met een handbijltje. Aangezien het onmogelijk is om een blok van 20 cm diameter te klieven met een licht bijltje, moet het maar omgekeerd: Bijl mooi midden in de blok meppen, en dan met bijl en al de blok tegen de grond kloppen. Zo gaat de bijl er ook in en als je de blokken niet te lang zaagt, dan splijt de blok voor dat de bijl muurvast geklemd zit. Uiteindelijk weet ik zo een mooie voorraad aan te leggen en heb ik genoeg hout voor de volgende morgen. Ik droog het hout door het op de kachel te leggen. Het vuur rookt ook een stuk minder als het brandhout volledig droog is.


Het is pas in de loop van de avond, toen ik fysiek minder actief werd, dat ik m'n donsvestje aantrok. Dat blijkt echt zoveel warmer te zijn dan een fleece, het is ook lichter en makkelijker weg te proppen in een rugzak. De hele dag had ik niet meer aan dan een merino t-shirtje, een merino long-sleeve, een synthetische long-sleeve en m'n oranje softshell. Onder m'n broek droeg ik nog een merino lange onderbroek.

Op de mezzanine van de hut kon ik niet slapen door de rook, dus schoof ik de twee banken samen. Ook al bleef de deur de hele avond en nacht open, ik sliep warm in m'n TNF Green Kazoo Slaapzak en schrok zelfs op een gegeven moment wakker uit een halve droom omdat ik dacht dat de hut in brand stond. Wellicht was de nachttemperatuur niet veel kouder dan -3°C, en zelfs tegen 's morgens was het in de hut nog merkbaar warmer dan buiten.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten